Ook dit jaar ben ik weer in de maand december op vakantie geweest naar een warm land. Ik zou op fietsvakantie naar Zuid-Thailand maar vanwege te weinig deelname ging die reis niet door. Het alternatief was een busreis door Indonesië. Van zaterdag 12 december 2015 t/m zaterdag 2 januari 2016 heb ik op de eilanden Sumatra, Java en Bali een rondreis gemaakt. Ook nu was Djoser de reisorganisatie. Hierbij een link naar de website van Djoser voor de rondreis naar Sumatra, Java & Bali in Indonesië.
Aldaar heb ik met Alfred, Frans, Gerard, Henk, Jesper, Koos, Lia, Linda, Monique, Paula, Remco, Vivien, Werner en onze reisbegeleider Marcella drie weken, ondanks de lange busreizen, met veel plezier vakantie gevierd.
We zijn met het vliegtuig van Schiphol naar Jakarta gevlogen om aldaar door te vliegen naar Medan, gelegen op Sumatra. Op Sumatra hebben we overnacht in Medan, Tuktuk (Samosir eiland), Payabungan en Bukittinggi. Vanaf Padang zijn we teruggevlogen naar Jakarta, gelegen op Java. Op Java hebben we overnacht in Jakarta, Bandung, Pangandaran, Yogyakarta, Malang en bij de Bromovulkaan. Vervolgens met de boot naar Bali gevaren. Aldaar hebben we overnacht in Lovina Beach en bij Ubud.
Vanaf Denpasar zijn we weer teruggevlogen naar Jakarta om vanaf daar weer terug te vliegen naar Schiphol. Hierna kunt u mijn belevenissen lezen zoals ik, en in vele gevallen wij, gedurende deze drie weken hebben meegemaakt.
Vanmorgen rond een uur of tien ben ik met de trein naar Schiphol gegaan. In de rij bij het inchecken al kennis gemaakt met de eerste medereisgenoten. Wij konden niet via internet inchecken omdat we in Indonesië nog een vervolgvlucht hebben. Na het bemachtigen van twee vliegtickets door de nieuwe handbagagescan op Schiphol en vervolgens nog enkele uren gewacht.
Om vier uur ’s middags zijn we volgens planning de lucht in gegaan met Garuda Indonesia. Na dertien uur vliegen zijn we om 11.00 uur Indonesische tijd geland op Jakarta. Op de luchthaven eerst een, sinds kort gratis, visumstempel gehaald om daarna, na diverse keren gevraagd te hebben, uiteindelijk bij de juiste gate uit te komen voor de vervolgvlucht naar Medan. Alwaar we om 16.15 uur zijn geland. Na het ophalen van de bagage hebben we onze reisbegeleider Marcella, onze buschauffeur Adie en de bus boy Erik ontmoet.
Daarna hebben we de pinautomaten “geplunderd” en waren we binnen de kortste keren miljonair. Tenslotte nog 30 kilometer met de bus naar ons Garuda Plaza Hotel alwaar we om 18.15 uur aankwamen.
Na 26,5 uur reizen was ik / waren wij op de plaats van bestemming. We zaten in een Moslim hotel. Dit betekende dat we bij het avondeten geen alcohol konden krijgen.
Na het diner met z’n vijven nog een rondje door Medan gelopen. Wat een drukte en ze rijden hier ook nog links. Dat was ook weer even wennen. Op zoek naar een biertje, maar de zoektocht bleef vruchteloos.
Volgens Marcella is dit de enige ochtend dat we uit kunnen slapen c.q. rustig aan kunnen doen. We vertrokken vanmorgen pas om 11.00 uur. Een aantal hebben vanochtend eerst nog een moskee bezocht. We rijden vandaag naar het Tobameer om de overtocht te maken naar het eiland Samosir. Dit is het grootste eiland gelegen op een eiland.
Net als gisteravond was het in Medan heel druk op de weg met auto’s, brommers/motors en brommers met zijspan waar of bagage of een aantal mensen mee kan worden vervoert.
In de bus heeft Marcella een uitgebreid welkomstwoord/briefing gehouden over allerlei zaken en aangelegenheden met betrekking tot deze vakantie.
Na de lunch heeft een ieder zich voorgesteld en wat over hem of haar verteld. In de bus hadden we hier tenslotte voldoende tijd voor. Onderweg zagen we soms mooie reclame-uitingen zoals knalpot, doorsmeer, gratis online, pispot …
Op het platteland vele palmbomen en rubberbomen gezien. In de rubberbomen is een schuine snee in de schors gemaakt en iets lager hangt een bakje om het melksap, latex genoemd, op te vangen. Ze waren “druk” aan het werk om de bakjes met latex te legen in grote emmers. De latex bestaat voor ongeveer 33% uit rubber. Ook hingen er tussen de rubberbomen enkele grote spinnen.
Richting het Tobameer werd het rustiger op de weg en het landschap werd ook heuvelachtiger. Ook zagen we langs de weg nog diverse apen.
Op het Tobameer zijn diverse viskwekerijen aangelegd.
Het Tobameer is het grootste kratermeer van de wereld en ligt ongeveer 900 meter boven de zeespiegel. Onder het Tobameer ligt een supervulkaan, Toba genaamd. De laatste eruptie was zo’n 70.000 jaar geleden en destijds is het eiland Samosir gevormd. Het laatste stuk naar ons hotel Toledo Inn gelegen in de plaats Tuktuk op het eiland Samosir ging met de boot. Deze overtocht duurde ruim een half uur. Het begon tijdens de overtocht ook stevig te regenen.
’s Avonds met de meesten naar een restaurant geweest om te eten. Op de heenreis regende het nog stevig.
Op Samosir was het heel rustig. De cafés en restaurants waren op een enkeling na verlaten.
Vanmorgen met z’n allen met de boot vertrokken naar Simanindo, ook gelegen op Samosir. Dat was een vaartocht van 80 minuten. Op de boot heeft Marcella een omschrijving van de fietstocht die ik en tien anderen gaan doen gegeven.
In Simanindo eerst het museum Huta Batak Simanindo waar traditionele Batak dansen voor ons en andere toeristen werden opgevoerd bezocht. Het museum staat in Huta Balon, een oud Batak dorp. De dansers straalden uit dat ze moesten. Er kan geen enkele lach vanaf. Maar dat is ook niet vreemd als je iedere ochtend twee keer verplicht moet dansen. Bij de ingang hebben we een A4 papier gekregen waarop in het Nederlands een elftal Batak dansen kort zijn uitgelegd. Bij één van de dansen werd ook nog rondom een buffel gedanst. Ook het aanwezige publiek werd uitgenodigd om mee te dansen.
Daarna nog een klein museumpje bezocht waar een kleine collectie wandtapijten, kookgerei, maskers en wapens zijn tentoongesteld.
Vervolgens zijn we met 10 personen in diverse groepjes teruggefietst. Onderweg regelmatig overstekend wild zoals honden, kippen en een wild zwijn tegengekomen. Bij alle scholen was een boom als kerstboom versierd met plastic flessen, bekers, cd’s etc…
Ik heb met Jesper, Lia en Gerard nog een school bezocht. Hier zaten verschillenede klassen/groepen met kinderen bij elkaar te zingen. In het Engels en ook in het Indonesisch. Hier hebben we diverse liedjes beluisterd.
Daarna doorgefietst naar Ambarita alwaar onder andere een gerechtshof staat. Ook staan hier stenen stoelen en een tafel. Aldaar werd destijds recht gesproken. Bij mensen die vroeger schuldig waren bevonden werd een stukje vlees van het been of een stuk uit het wang/oor gehaald. Er werd gecontroleerd of de veroordeelde persoon giftig was of niet. Gezonde mensen werden daarna opgegeten.
Onderweg ook vele rijstplantages gezien waar ze druk aan het werk waren. Met het planten van de rijst, het omploegen van de velden. De kinderen langs de wegen zeiden nog steeds de hele tijd hello. Dit kwam er heel origineel uit. Dat ze zien hier waarschijnlijk niet zo veel westerse toeristen. Over de kwaliteit van de fietsen moeten we het eigenlijk maar niet hebben. De versnellingen, de remmen waren dramatisch en de zadels konden niet hoog genoeg. De route was zo’n 20 km. Wij hebben er maar ongeveer 25 kilometer van gemaakt.
Ook vele buffels / karbouws onderweg gezien die nog gebruikt worden om onder andere de rijstvelden om te ploegen. Dit is nog goedkoper dan machines. Echter we hebben geen buffel aan het werk gezien.
Vanmorgen hebben we al om half zeven het eiland Samosir verlaten. Eerst ruim een half uur met de boot. We gaan vandaag naar Payabungan en hebben een lange reisdag voor de boeg. Vrij snel hadden we al een korte stop langs de kant van de weg. Hier groeien ananasplanten, koffieplanten en avocado struiken.
Voorts vele mooie natuur langs de wegen met vele rijstplantages op diverse plateaus. In Balige hebben we een lokale Batak markt bezocht. Hier is geen nee te koop. Naast groenten, kleding, schoenen, slippers etc.. waren er ook vele vissen al dan niet levend in bakken met water. Verser zijn ze niet verkrijgbaar.
Halverwege de route werden de wegen steeds slechter. In het heuvelachtige gebied waren, we zitten nu in de regentijd, de wegen op vele plekken deels weggespoeld. Ze waren hiermee aan het repareren. Het had meer weg van de Dakar rally. Ondanks dat we over de Trans Sumatra Highway reden.
En het was ook niet bevorderlijk voor de gezondheid van de bus. Net als de afgelopen dagen zien we vandaag ook weer vele plekken waar benzine gekocht kon worden. Heel vaak betreft dit anderhalve liter frisdrankflessen waar dan 1 liter benzine in zit. Deze benzine is bestemd voor de vele brommers/motors van 50cc.
Ook konden we zien dat we van het christelijke gebied naar een moslimgebied reden. Het aantal kerken nam af en het aantal moskeeën werden er steeds meer.
In het Paya Loting Hotel, waar we vannacht verblijven, konden we tegen de verwachting in toch bier krijgen. Het was wel tegen smokkelprijzen van 70.000 Rupiah. Tot nog toe koste een grote fles Bintang 35.000 Rupiah in de diverse restaurants.
We reizen vandaag door naar Bukittinggi, weer een lange busreis voor de boeg. Na circa 20 minuten rijden waren we bij de Koran school. Dit is de grootste school van Sumatra. Er is geen TV, radio, tijdschriften, stripboeken etc.. Alleen maar de koran. Ze wonen met z’n vieren of vijven in de kleine houten huisjes/hutjes. De jongens en meisjes leven strikt gescheiden en familiebezoek is er bijna niet bij. Ze gaan ook bijna niet naar huis. Meestal zijn de kinderen tussen de 5 en 12 jaar.
Degene die wilden konden uitstappen. De jongens waren nu rustig. Ze kunnen, volgens Marcella, soms heel opdringerig zijn. Ze staan ’s ochtends om vier uur op. Ze eten, sporten en gaan hier naar school. Zowel zij als wij waren attracties voor elkaar.
Later op de ochtend nog even door de natuur gewandeld en langs een deel van de weg. Ze zijn weer op vele plekken met de weg bezig om de taluds te verstevigen. Ook zie je dat her en der een deel van de heuvels zijn ingestort door de regen.
Na de lunch hebben we een doerian langs de kant van de weg geproefd. Hiervoor hoeven ze mij ’s nachts niet wakker te maken, wat een boer niet kent …. De doerian heeft een penetrante geur door de vorming van waterstofsulfide, waaraan de vrucht zijn bijnaam “stinkvrucht” ontleent. In diverse hotels is het ook verboden om doerians mee naar binnen te nemen.
In Bonjol nog een stop gemaakt. Bonjol is bekend omdat je hier de evenaar passeert. Aldaar hebben we vele (individuele / duo foto’s gemaakt en ook de groepsfoto is gemaakt. We waren hier de enigen op een paar T-shirt verkopers na. Daarna de reis in het zuidelijke halfrond vervolgd.
’s Avonds in Bukittinggi, betekend hoge heuvel, aangekomen in ons Royal Denai View Hotel waar we twee nachten zullen verblijven.
Vanmorgen ben ik met 8 medereisgenoten naar de Ngarai Canyon, een kloof van circa 120 meter diep gegaan. We zijn eerst lopend naar een uitzichtpunt gegaan voor het maken van enkele foto’s. De plaatselijke gids Dodi, die ons vandaag begeleide, had zijn telefoon in het hotel achtergelaten. Deze heeft hij tussentijds met een brommer/motor opgehaald.
Nadat we een kleine afdaling hadden gelopen kwamen we bij een weg uit waar een ingang was in de heuvel. Hier zijn de Lobang Jepang (bunker), ook wel Japanse tunnels genoemd, gelegen. De Japanners hebben tijdens de tweede wereldoorlog deze tunnels laten graven door Indonesische dwangarbeiders. Na ruim drie jaar waren de 21 tunnels in de 1.470 meter lange bunker af. De tunnels werden door de Japanners gebruikt om munitie in op te slaan. Er waren woningen in gebouwd, evenals vergaderzalen, eetkamers, keuken, gevangenis, verhoorkamers, folterkamers, spionage ruimte, hinderlaag ruimte en een ontspanningshek. Wij hebben de bunker niet kunnen bezichtigen.
Daarna zijn we met z’n negenen en twee gidsen in een busje gepropt om een deel van de beklimming lopend over te slaan. Daarna verder gewandeld door de bush bush met onder andere bananenplantages.
Ook was er zomaar een voetbalveld. Daarna verder afgedaald totdat we bij een aantal woningen kwamen waar we al om 10.30 uur de lunch “noodlesoep” hebben genuttigd.
Onderweg vele verschillende Minangkabau woningen gezien die het gehele jaar leeg staan. Dit omdat de Minangkabauers dan op het eiland Java werken. Ze komen tijdens het Suikerfeest één week per jaar thuis.
Na de lunch langs bamboebossen en over smalle paadjes tussen de rijstvelden door verder afgedaald totdat we bij de Ngarai Canyon kwamen.
De overige reisgenoten kwamen we nog tegen toen we door het zilverwerkdorpje Kota liepen. Zij hebben enkele onderdelen van de tocht met de taxi afgelegd. Bij de Ngarai Canyon van schoeisel gewisseld, schoenen maakten plaats voor slippers, dit omdat we diverse keren door het water moesten.
De Ngarai Canyon heeft twee steile wanden tegenover elkaar waar tussendoor een riviertje loopt en is ongeveer 15 kilometer lang.
Tenslotte zijn we met een zandwagen weer naar het hotel gebracht.
We hadden allemaal verwacht dat we via rotswanden middels trappen omhoog en omlaag naar de Ngarai Canyon zouden gaan. Maar niemand had verwacht dat we door de bush bush zou gaan. Waarschijnlijk hebben we de route tegengesteld gelopen dan gisteren uitgelegd. Misschien maar beter zo, omdat door de bush bush omhoog te gaan veel uitdagender / moeilijker zou zijn.
’s Middags nog even met Linda, Jesper en Henk Fort de Cock bekeken. In 1825 hebben de Hollanders op een heuvel dit fort gebouwd. Bukittinggi heette vroeger ook Fort de Cock. De boeken schreven het al, maar hier moet je echt niets van voorstellen. Een paar kanonnen en dan houdt het op. Het is nu eerder een klein parkje.
Daarna vanaf Fort de Cock nog even over de loopbrug gelopen naar de dierentuin. Voor westerlingen is er op het dierenwelzijn nog wel het een en ander aan te merken.
’s Avonds hebben we bij onze plaatselijke gids Dodi thuis gegeten. Ze hadden allemaal kleine gerechten klaargemaakt. We zaten allemaal op de vloer, dus zonder tafels en stoelen. Dit was geen ideale zithouding. Het verschillende eten was wel lekker en het was weer eens wat anders.
Na het eten zijn we nog naar een dansvoorstelling geweest verzorgd door de Minangkabau.
Ze hebben verschillende soorten drummuziek en dansen gedemonstreerd evenals het lopen over kapotte koffieschoteltjes.
Vandaag verlaten we Sumatra. We gaan van Bukittinggi naar Padang met de bus om aldaar op het vliegtuig te stappen naar Jakarta.
Onderweg hebben we een stop gehad bij Minangkabau huizen. Minangkabau huizen zijn traditionele grote houten huizen met een rechthoekige vorm en staan op 1 tot 3 meter hoge palen. De ruimte onder de huizen is de verblijfplaats voor de dieren. Opvallend zijn vooral de daken. De daken hebben één of meer spitse punten in de vorm van een buffelhoorn.
Later op de route zijn we ook bij een waterval gestopt. Hier werd in de omgeving naast de weg ook een nieuwe spoorlijn aangelegd.
Daarna doorgereden naar het vliegveld van Padang waar we met een uur vertraging de lucht ingingen voor een vlucht van circa zeven kwartier naar Jakarta alwaar we vorige week zondag ook al waren. Na het ophalen van de bagage ontmoeten we onze nieuwe chauffeur Nasir en bus boy Sarmudi. Die hebben ons naar het Rivier Hotel, voorheen Batavia Hotel, gebracht. Het Rivier Hotel is gelegen aan de rivier/gracht Kali Krukut. Dit is een stinkende sloot vol met vuilnis.
Vanmorgen zijn we door het oude Nederlandse deel van Jakarta gelopen. Batavia heette dit deel in de 17e en 18e eeuw en was destijds het hoofdkwartier van de VOC in Azië. Vlakbij het hotel is de nog enige Oudhollandse dubbele ophaalbrug gelegen. Ook wel Hoenderpasarbrug geheten.
Dit was onze eerste foto stop voor vandaag. De brug is gebouwd in 1628 en wordt zo genoemd omdat in vroeger tijden op deze plek traditioneel de groenten- en hoendermarkten werden gehouden.
Daarna langs meerdere VOC pakhuizen gelopen. In één van de pakhuizen zit nu een scheepvaartmuseum. Vroeger werden hier onder meer koffie, thee en specerijen opgeslagen in afwachting van verder transport.
We zijn ook over een (vis)markt gewandeld.
Daarna de uitkijktoren beklommen. Hier had je uitzicht over een deel van Jakarta, zowel oud als nieuwbouw. Vanaf deze toren hield vroeger de havenmeester toezicht op de in de haven binnenlopende schepen.
Vervolgens doorgewandeld naar de oude haven “Sunda Kelepa” dit was vroeger een belangrijke haven voor de Nederlanders. Sunda Kelepa was de vroegere naam voordat het Batavia werd genoemd. Ook de verwijsborden “Batavia Marina” staan er nog steeds. Vandaag werden hier diverse schepen (schoeners) met zakken cement geladen.
Tenslotte gezamenlijk doorgewandeld naar het Taman Fatahillah plein. Aan dit plein ligt het café / restaurant Batavia, waar we gisteravond hebben gegeten, evenals het oude Hollandse stadhuis en enkele musea. Op dit plein werden we diverse keren aangesproken door Indonesiërs die met ons op de foto wilden en of voor school een interview moesten afnemen. Op dit plein vinden vele activiteiten plaats, zoals fietsen, levende standbeelden etc..
Daarna met Frans het centraal station bekeken. Voor het kopen van een treinkaartje kon je wel een paar uur uit trekken. Zo’n lange rij stond er voor de kassa. Om op de perrons te komen moest je via tourniquets.
In dit deel van Jakarta hebben we heel weinig toeristen gezien.
Vandaag verlaten we voorlopig weer Jakarta. We gaan verder oostwaarts naar onze overnachtingsplaats Bandung. Rondom Jakarta stonden er in beide richtingen meerdere files. Onze eerste stop was in Bogor. Van halverwege de 18e eeuw tot halverwege de 20e eeuw werd het Buitenzorg genoemd. Oud gouverneur-generaal Van Imhoff maakte hier een buitenverblijf omdat het klimaat hier beter was dan in het hete Batavia. Op het buitenverblijf is nu een botanische tuin gelegen.
Aldaar hebben we de achterkant en de zijkant van het presidentiele paleis bekeken en een rondwandeling door de botanische tuin met een lokale gids die Nederlands sprak gemaakt. Er zijn vele palmbomen en vele andere bomen en planten. Totaal ruim 15.000 soorten.
Prins Bernard heeft hier vroeger nog een boom geplant. Ook is er nog een Nederlandse begraafplaats met ruim veertig graven. Ook bamboebomen, rotanbomen (waar stoelen van worden gemaakt) en rubberbomen uit Brazilië. Niet te vergelijken met de echte rubberbomen in dit deel van Azië.
Ook waren er in een vijver vele waterlelies.
In de zomerperiode zijn er ook nog leguanen in het water.
Bogor is in Indonesië ook bekend als Kota Hujan, de regenstad, omdat hier de meeste onweersbuien op aarde voorkomen en er valt ongeveer 3.500 mm neerslag per jaar.
Daarna doorgereden over de Puncak pas, nou ja doorgereden, het was één en al file. We hebben er circa 2,5 uur over gedaan.
Bijna bovenaan de helling waren enkele theeplantages zichtbaar. Vrijwel direct na de top hebben we geluncht. Uitzicht was er bijna niet door de mist en de bewolking. We zitten ook op bijna 1.500 meter hoogte. Ook was het er koud. In Nederland is het op dit moment warmer.
’s Middags was het ook een en al file. We zagen waarschijnlijk nog enkele cementfabrieken onderweg. Met veel zwarte rook. Hier werden brommer/motorbanden opgestookt voor het verwarmingsproces. We zijn vanmorgen op 07.00 uur vertrokken en kwamen vanavond om 19.15 uur aan bij ons volgende hotel Sukajadi in Bandung.
De drukte komt ook doordat de scholen nu vrij zijn en de Indonesiërs zelf ook op vakantie gaan richting het strand.
We vervolgen onze reis. We gaan vandaag een deel van de route met de trein afleggen. Eerst met de bus naar het station van Bandung. Daarna zijn we ruim drie en een half uur met de trein naar Banjar gegaan. Dit was veel comfortabeler dan met de bus. We hadden in de trein zeer ruime zitplaatsen. Veel meer beenruimte dan in de bus, vliegtuig of in een Nederlandse trein. Met als uitzicht hele grote oppervlaktes met rijstvelden, bossen, heuvels, dalen etc.. Je ziet alles van een andere kant dan vanuit de bus vanaf de weg. Of te wel drie en een half uur platteland.
Bij aankomst in Banjar was de bus er nog niet, ondanks een voorsprong van driekwartier. Bij een wandeling door Banjar zagen we de bus. Daarna met de bus de route vervolgd naar Pangandaran. We waren al om 14.30 uur bij ons hotel Surya Pesona Beach, een meevaller en een hele opluchting. ’s Avonds gegeten in het Zwitserse restaurant Relax. Dit onder het genot van “stevig” onweer waarbij na enkele flitsen directe donderslagen klonken. Voor enkelen was dit wel even schrikken. Ook stonden de straten deels onder water. Circa 10 centimeter diepe plassen.
Vanmorgen hebben we ons als Maxima en Willem Alexander laten rondfietsen op een Becak. In andere delen van Azië ook wel Riskja genoemd. Veel gezwaai en Hello/hallo tijdens de tocht. Eerst hebben we een rondleiding over een openbare markt gehad van onze plaatselijke gids Rudi. Naast deze markt is er ook nog een vismarkt in Pangandaran. Naast de gewone marktattributen hadden ze hier ook gereedschap voor de rijstteelt.
Daarna ons laten doorfietsen naar het platteland alwaar we bij een aantal locals enkele zaken hebben bekeken. We zijn bij palmbomen geweest waar zoete sap door een local uit de bomen werd gehaald waarvan palmsuiker wordt gemaakt. Het zoete sap halen ze uit de bomen door een schijf van de bloeistengel af te snijden.
Hij had 34 bomen en deze worden 2 keer per dag “gemolken” of te wel 68 keer op en neer in bomen van circa 15 meter hoog.
Daarna bij een andere local die sojabonen verzamelt welke 1 a 2 uur worden gekookt en daarna een nacht in het water laten staan en de volgende dag worden ze ontleedt.
We zijn ook nog bij een kroepoek fabriek geweest. De kroepoek wordt hier met vormpjes gemaakt. Aan een bak met water worden vissen toegevoegd. Dit water wordt later gebruikt om de kroepoek een vissmaak te geven. Nadat de kroepoek is gestoomd in een oven worden ze buiten op matten gelegd om te drogen.
Tenslotte zijn we nog bij een wajangpoppenmaker (schaduwpoppen) geweest. Die hiermee optreedt. Ook maakt hij gezichten van hout. Hij deed nog een korte voorstelling en ook demonstreerde hij hoe hij de poppen met z’n handen/vingers bediende.
Na de lunch zijn we met een drietal boten door de Green Canyon gevaren. Vanwege het regenseizoen is het water nu bruin, normaal is dat groen. Je kan hier eventueel ook zwemmen. Wij hebben dat niet gedaan. Enkele Indonesiërs wel. Tijdens het terugvaren nog een varaan/leguaan gezien. Op vele plekken waren de wallen ingestort.
Daarna nog bij een water mangrovebossen gezien en tenslotte nog bij een zeeschildpadden opvang c.q. beschermingsproject van schildpadden geweest. Hier worden de eieren uitgebroed, vervolgens worden de zeeschildpadden 6-8 maanden grootgebracht Daarna worden ze weer in zee uitgezet. De eieren worden vanaf het nabij gelegen strand gehaald.
Vanmorgen hebben we Pangandaran verlaten en gaan op naar Yogyakarta. Eerst ruim een half uur met de bus. Vervolgens ben ik met negen anderen overgestapt op één van de drie boten (prauwen) die voor ons klaarlagen. De overige vier bleven in de bus.
De boottocht ging van Kalipucang naar Cilacap. In het begin van de tocht over het water Segara Anakan was de omgeving zeer bosrijk met vele palmbomen en mangrovebossen. Later werden er ook rijstvelden vanaf het water zichtbaar. Op het water waren vele vissers in kleine bootjes actief. Ook zaten er vele mensen vanaf de wal te vissen.
Zo nu en dan passeerden we een aantal kleine plaatsjes langs de route. Ook zagen we op enkele plaatsen nog een aantal apen. De boottocht duurde ruim twee en een halfuur. Normaal schijnt hij vier uren te duren. Ze hebben waarschijnlijk een kortere route genomen. We zijn niet over het meer gegaan maar door de kreken. Vanwege het motorgeluid worden oordopjes aanbevolen. Om ons achterste te sparen zaten we op zwemvesten op de houten bankjes. Opvallend is dat er heel weinig vogels zijn. Dit geldt voor alle gebieden waar we tot nog toe zijn geweest.
Ook vandaag om 7.15 uur vertrokken en om 19.00 uur aangekomen in het The 101 Yogyakarta Tugu Hotel in Yogyakarta. Dit weer door files en wegwerkzaamheden.
Op eerste kerstdag zijn we op excursie naar Borobudur en Prambanan gegaan.
Borobudur is een boeddhistische tempel welke in de periode 750-850 is gebouwd. De Borobudur is gelegen bij de meest actieve vulkaan van Indonesië, de Merapi. Na een serie vulkanische uitbarstingen lag de tempel enkele eeuwen onder een dikke laag vulkanische as. In 1814 hoorde een Britse gouverneur van de plaatselijke bevolking over een groot monument diep in het bos. De Nederlandse ingenieur Cornelius ging op onderzoek uit en heeft in 2 maanden tijd met 200 man de as verwijdert waarna de tempel weer deels tevoorschijn kwam. De basis van de tempel is een 123 bij 123 meter grote stoepa. De stoepa heeft negen etages waarvan de onderste zes vierkant zijn en de bovenste drie rond. De stenen zijn niet gemetseld of gelijmd. Ze liggen los op elkaar.
Het is vandaag de drukste dag van het jaar. We hebben eerst een uur met een Nederlands sprekende gids een rondleiding gehad en daarna nog even zelf rondgelopen. Daarna moesten we een half uur lang via een verplichte looproute langs heel veel souvenirwinkels “moeten” lopen. Deze was vandaag extra lang, normaal is dit maar 10 minuten lopen. Voor nadere informatie zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Borobudur.
Daarna twee en een half uur doorgereden naar de grootste Hindoetempelcomplex van Java, de Prambanan. De Prambanan is rond 850 gebouwd. Met een lokale Engels sprekende gids hebben we eerst een rondleiding gehad. Daarna konden we zelf nog even rondlopen. In het jaar 2006 was hier een aardbeving waarbij het tempelcomplex ernstig is beschadigd. Er zijn nog heel veel tempels die vanwege de aardbeving zijn verwoest en nog moeten worden opgebouwd.
Om 17.00 uur waren we terug bij het hotel en om 17.45 uur vertrokken we alweer voor een diner en een ballet/dansvoorstelling van het Ramayana ballet. Het betreft een liefdesverhaal.
In Yogjakarta is de enige plaats waar we drie nachten in hetzelfde hotel blijven. Vandaag hadden we een vrije dag. Ik ben samen met Frans en Werner naar Fort Vredenburg geweest. Aldaar hebben we meerdere reisgenoten gezien. Fort Vredenburg is een Fort van de VOC uit 1765. Het Fort is omgeven door grachten die nog steeds te zien zijn. Het is een vierkant bouwwerk met wachttorens op elke hoek. Het had destijds onder meer de functie om de Nederlandse gouverneur te beschermen. Het Fort is gerestaureerd. Nu is er een museum in gevestigd met vele foto’s en diorama’s die de strijd voor de onafhankelijkheid uitbeelden.
Daarna zijn we doorgewandeld naar het kraton. Het kraton is in het centrum van de oude stad gelegen en is een uitgestrekte paleiscomplex van de sultans van Yogya. Onder Sultan Hamengkubuwono I is vanaf 1755 met de bouw begonnen. Tot op heden is het nog steeds de residentie van de Sultans van het kasultanan-tak. De Sultan woont er nog steeds maar de macht van de Sultan is nu puur symbolisch. Het herbergt nu vorstelijke erfstukken, wapens, koetsen en geschenken van koninklijke gasten. Het kraton is deels toegankelijk voor het publiek. We hebben hier ook de (gedwongen) looproute gevolgd.
’s Middags nog in en bij het zwembad gelegen en gelezen.
’s Avonds gegeten in een restaurant en daar bleek de witte rijst op te zijn. Hoe is dat in Indonesië mogelijk?
Vandaag weer een superlange reisdag van Yogyakarta naar Malang. ’s Ochtends om zeven uur vertrokken en ’s avonds om kwart voor acht aangekomen in het Atria Hotel & Conference Malang. Aan het einde van de middag nog mooie luchten gezien met de zonsondergang. Opvallend in Indonesië is dat op bijna ieder kruispunt een lokale verkeersregelaar staat om auto’s en brommers te laten oversteken. Ze krijgen regelmatig een klein geldbedrag in de handen gedrukt.
We hadden deze ochtend de tijd om Malang een beetje te verkennen. Ik ben met Frans eerst naar de Jamlan Tugu gelopen. Dit is een ovale rotonde en werd vroeger het J.P. Coenplein genoemd. Hier staan enkele oude Nederlandse gebouwen, waaronder het oude stadhuis Balai Kota uit 1929 en een koloniale villa Splendid Inn welke sinds 1973 als hotel wordt gebruikt. In het midden van de ovale rotonde is een monument gelegen.
Vervolgens over de vogeltjesmarkt gelopen. Naast vogels zijn er ook ratten, konijnen, katten en zelfs uilen te koop.
Daarna doorgelopen naar Toko Oen restaurant. Daarna naar Alun Alun alwaar aan de overkant een kerk en een moskee bijna naast elkaar staan.
’s Middags zijn we afgereisd naar het hotel Café Lava Bromo met uitzicht op de Bromo vulkaan. De Bromo ligt op 2392 meter hoogte. Halverwege de beklimming van de bergen zijn we volgens planning overgestapt op 2 minibusjes. Dit omdat de grote bus niet boven bij ons hotel kan komen. We zagen de Bromo, die al weken onrustig is, aan de donkere aswolken. De auto’s, daken, landerijen, bomen etc… waren allemaal donkergrijs van de as. Ook op de weg lag steeds meer as en dit in combinatie met een eerdere regenbui betekende dat de minibusjes begonnen te slippen en niet meer omhoog kwamen.
De laatste paar honderd meter moesten we met onze één nacht bagage (de overige bagage hadden we in de grote bus achtergelaten) omhoog lopen naar het hotel. We voelden de as van de Bromo op ons neer vallen.
Daarna naar het uitzichtpunt met zicht op de Bromo. Steeds kwamen er nieuwe aswolken uit de Bromo. De wolken werden steeds zwarter. Het leek wel een zonsverduistering.
Bij het ondergaan van de zon kwamen er ook mooie oranje omgevingen met oranje “in brand staande” aswolken. Dit is met geen pen te beschrijven deze ervaring en zo dichtbij, slechts enkele kilometers. En regelmatig bleef de as op ons neervallen. Rondom de Bromo is het één grote zandzee, een grote vlakte van 8 bij 10 kilometer met grijs lavazand. In tijden dat de vulkaan rustig is dan kun je deze beklimmen en heb je vanaf de rand uitzicht op de trechtervormige diepe krater waaruit de witte rook en zwaveldampen opstijgen. Dit was nu al enige tijd niet meer mogelijk.
Met regenjas aan en mondkapjes om hebben we dit, nooit te vergeten, spektakel aanschouwd.
Gisteravond al vroeg op bed gegaan, want vanmorgen ging om 03.30 uur de wekker. We gaan met jeeps deels heuvelop voor de zonsopgang. Op de wegen en paden bij het hotel lag een vers laagje as, zodat we weer fatsoenlijk kunnen lopen. Het laatste half uur moesten we omhoog met de benenwagen. Dat was best pittig. Eerst een steile weghelling met gebroken puin en daarna nog vele trappen omhoog. Voor degenen dat dit te zwaar vonden waren er ook voldoende uitzichtpunten op een lager niveau. Ook kon je deels op de rug van een pony omhoog.
Het leek er eerst op dat de zonsopgang in de as/stoomwolk van de Bromo en in de mist voor ons zou mislukken. Maar toen de zon opging was dit redelijk goed te volgen. Later was de Bromo ook goed zichtbaar met de as/stoomwolken.
Na het schieten van vele foto’s weer afgedaald. Nadat we de trappen hadden afgelopen leek er wel een ponymarkt te zijn. Vele tientallen pony’s stonden te wachten om mensen te vervoeren. Zowel bij de beklimming en de afdaling liepen ze voor de wandelaars alleen maar in de weg.
De Bromo spuugde vandaag alleen maar stoom. (dit kun je zien aan de witte rook) gisteren spuugde de Bromo allemaal as, of te wel een uitbarsting.
Daarna terug naar het hotel alwaar we nog een half uur moesten wachten voordat het restaurant het ontbijt klaar had.
Na het ontbijt weer driekwartier rijden met twee kleine busjes die ons bij de grote bus bracht. Daarna weer een lange reisdag voor de boeg.
We zijn vandaag naar Bali gereden. Tussen Java en Bali zijn we met een veerboot gegaan om vervolgens nog een kleine twee uur op Bali met de bus naar Lovina Beach, waar we ’s avonds om 20.00 uur Bali tijd (1 uur later dan op Java) aankwamen bij ons hotel Sunari Beach Resort.
Vandaag blijven we in Lovina Beach, dus we konden doen wat we wilden. Ik ben met Frans naar het centrum van Lovina, via de weg, gelopen. Nou ja centrum, het is één lange weg. Daarna via het strand teruggelopen. De verkopers onderweg van allerhande prullaria hadden het rustig. Meerdere reisgenoten hebben vandaag een strandwandeling gelopen.
’s Middags bij het zwembad gelegen. De helft van de groep is naar de warmwaterbron geweest en hebben een tempel met tuin bezocht.
Vandaag op de laatste dag van het jaar gaan we naar ons laatste hotel, gelegen in Ubud, van deze vakantie. Tijdens de route hebben we de Gitgit watervallen bezocht. Dit is een waterval van circa 40 meter en daarmee de hoogste van Bali. Vanaf de parkeerplaats loop je via een pad van ruim één kilometer naar beneden om bij de waterval aan te komen. Langs het pad zijn weer diverse toeristische winkeltjes.
Daarna zijn we verder gereden naar de Balinese Hindoeïstische tempel Pura Ulun Danu Bratan. Deze tempel werd in 1633 gebouwd. Het is gelegen bij het Bratan-meer en staat bekend als het “heilige meer”.
Daarna doorgereden naar Ubud. ’s Middags door het centrum van Ubud gewandeld en ’s avonds met ons twaalven en Marcella gezamenlijk gegeten waarbij Gerard een afscheidsspeech met een terugblik op de voorbije drie weken heeft gehouden en Marcella bedankt voor het reisbegeleideren. Daarna heeft Marcella ons nog bedankt.
In het hotel met z’n negenen het eind van 2015 en begin van 2016 gevierd. Daarnaast waren er ook nog wel tien personeelsleden. Het personeel heeft een beetje vuurwerk afgestoken en voor ons waren er allemaal toeters.
Dus we zijn het jaar 2016 toeterend ingegaan. Echter wel drie minuten te vroeg.
De laatste dag in Indonesië. Vanmorgen stonden er nog twee excursies op het programma. Als eerste zijn we naar de plaats Tampaksiring gereden en hebben we de rotstempel Gunung Kawi bezocht.
Naast het schitterende en rustgevende natuur zijn er tien nissen van 7 meter hoogte in de steile rotswanden uitgehakt. In de nissen staan gebeeldhouwde miniatuurtempels. Het is wel een beetje dalen op er te komen en terug weer klimmen. Qua toeristen is het hier rustig.
Daarna was het een klein stukje rijden naar de Hindoeïstische Tirta Empul (tempel van het heilige water). De tempel is in 962 gesticht en op dit tempelcomplex ontspringt de heilige bron. Aan dit water wordt een genezende werking toegeschreven. Het water uit de bron stroomt vervolgens in twee baden, een voor mannen en een voor vrouwen. In beide baden was een processie bezig. Daardoor was het zo druk. De Hindoestanen zijn zeer gedisciplineerd en gaan in vele rijen door het water. De vorige keren dat Marcella hier was, stond er maar een enkel persoon in de heilige baden.
’s Middags omstreeks 14.30 uur afgereisd naar het vliegveld van Denpasar. Dit ging weer met het nodige file leed gepaard.
Daarna met het vliegtuig voor de derde keer deze reis naar Jakarta. Daar hebben we enkele uren gewacht voor de ruim veertien uur durende vlucht naar Schiphol.
Op Schiphol hebben we afscheid van elkaar genomen en kwam er weer een einde aan de vakantie.
Oant sjen.