Ook dit jaar ben ik weer in de maanden december en januari op vakantie geweest. Nadat ik vorig jaar op het continent Amerika ben geweest was het nu weer tijd om naar Azië te gaan. Deze keer heb ik door Sri Lanka van zondag 16 december 2018 t/m zaterdag 5 januari 2019 een rondreis gemaakt. Ook nu was Djoser te Leiden de reisorganisatie.
Aldaar heb ik met Alexandra, Clemens, Egija, Erik, Flip, Huguette, Jeroen, Ruth, Sigrid, onze reisbegeleider Cherida en onze Sri Lankaanse reisleider Waruna 21 dagen vakantie gevierd. Wij waren totaal maar met 10 reisgenoten. Een kleine groep dus. De afgelopen 6 jaren bevatte mijn “kerstreizen” meestal tussen de 18 en 20 personen.
We zijn met het vliegtuig van Schiphol via een tussenstop op Abu Dhabi naar Colombo gevlogen. In Sri Lanka hebben we overnacht in Negombo, Anuradhapura, Jaffna, Trincomalee, Polonnaruwa, Wasgamuwa, Kandy, Nuwara Eliya, Udawalawe en Ahangama. Normaal zouden we nog een (halve) nacht in Colombo slapen maar aangezien onze vliegmaatschappij Etihad Airways onze terugreis naar Abu Dhabi had vervroegd kwam deze overnachting te vervallen. Vanuit Abu Dhabi, na een tussenstop van ruim 9 uren, zijn we na 21 dagen weer op Schiphol geland.
Hierna kunt u mijn belevenissen lezen zoals ik, en in vele gevallen wij, gedurende deze drie weken hebben meegemaakt.
Vanmiddag via een wit landschap, het heeft voor het eerst deze winter een paar centimeter gesneeuwd, ben ik afgereisd met de trein naar Schiphol. Door de sneeuw waren vele vluchten op Schiphol vertraagd of geannuleerd. In de vertrekhal stond een hele rij met reizigers waarvan de vluchten waren geannuleerd. Zij moesten worden omgeboekt naar een andere vlucht en eventueel ook worden ondergebracht in een hotel. Dit deed mij denken aan mijn reis van een kleine 2 jaar geleden. Op het vliegveld van Kathmandu in Nepal is mij/ons hetzelfde overkomen.
Zelf ben ik ingecheckt bij Etihad Airways. We vliegen via Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten, naar Colombo in Sri Lanka. Bij de handbagage scan hoefde voor het eerst de tablet niet meer uit de tas.
’s Avonds om negen uur zijn we de lucht ingegaan om de volgende ochtend om 6 uur lokale tijd te landen in Abu Dhabi. Abu Dhabi heeft een tijdsverschil van 3 uur met Nederland. Om 10 uur zijn we vervolgens doorgevlogen naar Colombo alwaar we om 15.30 uur zijn geland. Op Sri Lanka is het 4,5 uur later dan in Nederland. Na de immigratiedienst en het ophalen van de koffers heb ik de laatste mede reisgenoten en onze reisbegeleider Cherida ontmoet en hebben we geld gehaald uit de geldautomaten. Er was maar één en soms twee van de vier geldautomaten die geld gaf. Daarna met een (te kleine) bus naar ons eerste hotel, het Beacon Beach Hotel te Negombo. Omdat wij met een kleine groep zijn had de busonderneming voor ons een bus geregeld die tussen een minibusje en een touringcar in ligt. Zonder dat er rekening is gehouden dat Nederlanders groter zijn dan de doorsnee Sri Lankaan. Dit betekent dat de beenruimte op bepaalde plaatsen beperkt was. En de bus was te klein om twee zitplaatsen toe te eigenen. Onderweg zijn we nog gestopt bij een vismarkt in Negombo. Deze vismarkt is deels overdekt en deels in de openlucht alwaar de vissen 3 dagen liggen te drogen. Aan het einde van de middag gaat er plastic over de vissen omdat ze anders worden opgevreten door vogels en andere dieren.
’s Avonds zijn we met de gehele groep uit eten geweest in een krab restaurant. Hier zaten nog levende krabben in de aquariums. Verser kon je ze niet krijgen. Heen zijn we met de tuktuk gegaan en terug hebben de meesten waaronder ik gelopen waarbij we nog wat inkopen, een sarong voor mij en anderen water, koekjes o.i.d. hebben gekocht.
Even na half acht hebben we ons eerste hotel verlaten. Na een paar minuten rijden zagen we op zee een aantal catamarans die ’s ochtends tussen 3 – 4 uur de zee opgaan om te vissen. Tussen 8 – 9 uur komen ze weer terug.
Daarna zijn we overgestapt op twee kleine bootjes voor de Dutch canal tocht. Tijdens het varen zagen we meerdere leguanen en varanen in het water en op de takken.
Diverse soorten reigers, wit, zwart en grijs. De kingfish en nestelende parkieten. Verder mangrovebomen, kokosbomen en de waterkokosboom met bloemen. Een Sri Lankaanse man die de ene keer 61 jaar was en even later 68 jaar klom in de kokosbomen om het sap van de bloemen op te halen. Hij klopte op de bloemen met een soort hamer. Het sap werd opgevangen in een soort bloempot en daarna overgegoten wat de man mee naar beneden nam. Vervolgens hebben we dit opgedronken.
Ook zagen en hoorden (een melodie die we nog vaker zouden horen) we nog een ontbijt tuktuk. Deze reed langs de huizen met broden etc..
Na circa 2 uren kwam er een einde aan de boottocht en vervolgens reden we een uur met de bus naar onze koffie/drink stop.
Na nog 2 uur bussen en de lunch hebben we ’s middags de fietsen gepakt in Anuradhapura en zijn we eerst naar de Sri Maha Bodhi Tempel met de heilige Bodhi boom gefietst. Deze ongeveer 2.250 jaar oude heilige vijgenboom groeide uit een tak van de Bodhi-boom uit Bodh Gaya gelegen in India. De Sri Maha Bodhi Tempel wordt dagelijks door enkele duizenden pelgrims bezocht en is een van de vroegste symbolen van Boeddha.
Daarna de Ruwanwelisaya Stupa bezocht. Dit is een grote witte stupa en werd ongeveer 140 jaar voor Christus gebouwd en heeft een hoogte van ongeveer 55 meter en een omtrek van 290 meter. Rondom de stupa staat een muur met zij aan zij stenen olifanten. Verder nog andere (bruine) stupa’s bezocht en tenslotte naar de Kuttam Pokuna (“twin pond”), twee oude vijvers, gefietst. Deze dienden als baden voor de monniken.
Daarna in het schemer teruggefietst naar de bus die ons ruim na half zeven bij ons volgende hotel, Heritage Hotel, heeft gebracht alwaar we ook hebben gedineerd.
Vanmorgen zijn we om 8 uur vertrokken. We zouden eerst nog een Boeddha beeld (Samadhi Statue) bekijken. Door de duisternis van gisteren hadden we hier toen geen tijd meer voor. We hadden toegangskaarten van gisteren en na overleg door 5 plaatselijke medewerkers mochten we niet naar binnen. Het was mooi om te zien hoe ze druk aan het overleggen waren.
Dan maar op naar Mihintale. In Mihintale heeft in het jaar 247 voor Christus de Indiase prins Mahinda, de Sri Lankaanse koning Devanampiya Tissa tot het boeddhisme bekeerd. Hier hebben we vele trappen beklommen. We zijn niet onderaan maar bij het eerste plateau begonnen met het “trappen” lopen. Totaal zijn er 1.840 treden.
We hebben de Mahaseya-dagobe, een uit de eerste eeuw voor Christus stammende stoepa, met een diameter van 41 meter, bekeken. Daarna even verderop de rots, Aradhana Gala, beklommen. Een pittige klim met een smalle en steile trap.
Vanaf hier en de eerder beschreven stoepa had je een mooi uitzicht over de gehele omgeving. Vanaf de stoepa zagen we ook de stoepa’s van Anuradhapura die we gisteren hadden bewonderd. De bruine stoepa rechts en de witte stoepa waren vaag zichtbaar.
Daarna hier ook nog de trappen naar de Boeddha beklommen. Dit waren de drie hoogte punten van Mihintale.
Later zagen we bij het naar beneden rijden met de bus nog een leguaan. Net als gisteren waren er vele apen en niet iedere medereiziger is hier dol op.
Daarna verder gereden naar Thanthirimale, die bekend staat om de oude boeddhistische tempel. Vervolgens nog een kwartier gereden om van de lunch te genieten die we eerder vandaag in een supermarkt / bij de bakkerij hebben gekocht. Daarna verder gereden naar Jaffna. Onderweg liep er regelmatig rundvee op de weg.
We zitten nu helemaal in het noorden van Sri Lanka. Via een soort van afsluitdijk kwamen we omstreeks 18.00 uur bij ons Tilko Jaffna city Hotel in Jaffna aan. Alwaar we drie nachten zullen verblijven.
Voor mij een ingelaste rustdag. Gisteravond na het eten heb ik boven en onder alles eruit gegooid. De oorzaak was waarschijnlijk een broodje kip van gistermiddag. Op Huguette na zijn de andere reisgenoten om 8 uur vertrokken naar de eilanden Delft Island en Nagadeepa Island.
Dit is eerst een uur met de bus en vervolgens met de boot. In Jeeps zijn ze over de eiland Delft Island gereden. Daarna met de boot verder naar Nagadeepa Island. Op Nagadeepa hebben ze een hindoetempel bezocht.
Vandaag hebben we de eerste regen op Sri Lanka meegemaakt. In het noordoosten loopt het regenseizoen van oktober t/m maart. In het zuidwesten van Sri Lanka loopt het regenseizoen van april t/m oktober/november. Vandaag hebben we de tijd om Jaffna beter te leren kennen.
Vanmorgen ben ik met Egija en Sigrid over de “overdekte” markt gewandeld. Naast allerlei kleding, prullaria etc. was hier ook een fruit- en groentemarkt.
Daarna zijn we naar het winkelcentrum gegaan alwaar we koffie hebben gedronken. Op straat liepen nog een paar stuks rundvee. Vervolgens terug naar het hotel om ’s middags naar Fort Jaffna te gaan. Tijdens de wandeling er naar toe zagen we op twee (parkeer) terreinen waar ze aan het rijlessen waren met brommers, auto’s en tuktuks.
Fort Jaffna is het grootste Hollandse fort wat de Nederlanders in het VOC tijdperk hebben heropgebouwd en was gereed in 1792. Oorspronkelijk hebben de Portugezen het in 1619 gebouwd. Het heeft vijf verdedigingswerken met brede en diepe grachten eromheen. Een kleine 10 jaar later hebben de Nederlanders dit zonder slag of stoot overgedragen aan de Engelsen. Tijdens de burgeroorlog hebben de Tamil Tijgers in 1990 het fort zwaar onder vuur genomen. In die tijd zat een eenheid van het Sri Lankaanse leger in het fort. Pas na een maand of drie zijn ze ontzet. Onder meer de historische Grootte Kerk is verwoest. Tegenwoordig zijn ze druk bezig met het renoveren van het fort.
Om 16.00 uur zijn we naar de Nallur Kandaswamy-tempel gegaan. Dit is de grootste en belangrijke hindoetempel van Sri Lanka. Mannen, wij dus ook, mogen alleen met ontbloot bovenlijf naar binnen. In het verleden hebben de Portugezen vele heiligdommen verwoest. Deze tempel is begin 19e eeuw weer herbouwt. Iedere dag worden er zes puja’s (offers) gehouden.
Het is verboden om binnen foto’s of filmpjes te maken.
Vervolgens eerst bij Rio een dessert (ijs) gegeten om daarna bij Mango’s een voorgerecht en het diner te nuttigen. Het is een vegetarisch restaurant en staat bekent om zijn dosa. Het ziet eruit als een hele dunne pannenkoek waarvan het beslag bestaat uit rijst en zwarten linzen. De stukjes dosa breek je met de hand af en doop je in (pittige) curry, groenten of frisse yoghurt. Gezien het eten wat achterbleef, vond de één het smakelijker dan de ander.
Vanmorgen om 9 uur hebben we ons Tilko Jaffna city Hotel verlaten. We gaan voor drie nachten naar Trincomalee. Dat is ongeveer 270 kilometer rijden. We rijden door het noordoosten van Sri Lanka waar op dit moment het moesson seizoen gaande is. Het regende vanochtend maar na een uur rijden werd het droog en begon de zon te schijnen. Onderweg stonden vele landerijen onder water en ook de gebouwen langs de weg stonden in het water. We zijn langs de Elephant pass gereden. Vanuit het zuidoosten is dit de toegangsweg naar het schiereiland Jaffna. In dit smalle strook land hebben tijdens de oorlogen in 1991, 2000 en 2009 tussen het Sri Lankaanse leger en de Tamil Tijgers (Liberation Tigers van Tamil Eelam (LTTE)) hier felle gevechten plaatsgevonden. Even verderop staat langs de kant van de weg een uitgebrande bulldozer. Hier zijn we even gestopt. Hier heeft in het verleden een jonge soldaat twee granaten in de bulldozer geworpen.
Even later bij Tharmapuram stond het water meer dan een halve meter op de weg en met een sterke stroming. Dat wij konden met de bus niet verder en moesten terug en een andere route nemen. Verderop scheen het namelijk nog erger te zijn. Mensen stonden tot boven hun knieën in het water. Evenals fietsen en motors.
Later tijdens de rit hebben we vele rijstvelden gezien. Evenals weer pauwen, een enkel maisveld en er was weer veel rundvee op de weg. Op het laatst zagen we ook waterbuffels. Ook zagen we regelmatig waarschuwingsborden met olifanten erop. Alleen ze waren nog in geen velden of wegen te bekennen.
Vlak voor dat we bij ons hotel aankwamen zijn we eerst nog naar de Kanniya hot water spring geweest. Dit zouden we morgen doen, maar omdat we moesten omrijden kwamen we er nu langs. Dit is geen middag vullend programma. De Kanniya hot water spring staan bekend om hun geneeskrachtige werking en te Tamils geloven dat ze door Vishnu (een van de belangrijkste goden van het hindoeïsme ) zijn geschapen om een reinigingsritueel uit te voeren. Er zijn zeven niet al te diepe (3 tot 4 voet) heetwaterbronnen. Het was er redelijk druk met Sri Lankanen. Na aankomst bij ons Anantamaa Resort in Trincomalee nog even in en bij het zwembad gelegen.
’s Avonds in een naburig restaurant gegeten. Daarna nog even over het strand gewandeld alwaar een feestje gaande was. Het is vandaag volle maan. Dat betekent in Sri Lanka dat het een feestdag is, genaamd Poya-dag. En dat houdt in dat er geen alcohol mag worden verkocht door winkels en geserveerd in restaurants. Er mag ook geen alcohol in het openbaar worden gedronken. We waren hierop voorbereid en hebben gisteren al bier ingeslagen die we op de kamers/balkon wel mogen nuttigen. Ook vele winkels zijn gesloten.
Vanochtend zouden een zestal personen te snorkelen, maar vanwege de heftige zee ging dit niet door. Na het ontbijt heb ik vanochtend in en bij het zwembad gelegen. ‘s Middags zijn we met de groep langs de haven gereden en daarna het Fort Frederick bezocht. Dit fort is in 1623 gebouwd door de Portugezen. Daarna hebben de Nederlanders het in 1665 herbouwd nadat ze het in 1639 hadden veroverd. In 1672 hebben de Fransen het veroverd. Even later hebben de Fransen het weer terug gegeven aan de Nederlandse Oost-Indische Compagnie (VOC). Het was voor de Nederlanders ongeveer anderhalve eeuw lang een belangrijke handelspost. In 1782 is het veroverd door de Engelsen. Om het Fort te betreden ga je via een mooie oude poort.
De meeste gebouwen staan er nog. Ook staan hier vele grote hele oude bomen met hele brede takken. Het is nu deels in gebruik als kazerne van het Sri Lankaanse leger. Ook lopen er nog herten rond.
Aan het eind van het fort is de Swami rots gelegen waarop de Hindoe tempel Koneswaram is gebouwd. Deze tempel is ter ere van de god Shiva. In 1623 is de tempel door de Portugezen vernietigd. Zij hadden de materialen nodig voor het bouwen van het Fort. In 1952 is de tempel vanwege het religieuze belang herbouwd.
Om de tempel te bereiken moesten we eerst vele souvenirs kramen passeren. Dit is ook de plaats waar Francina van Reede, dochter van een Nederlandse officier, vanaf een rots in de Indische Oceaan sprong. Dit omdat haar jonge geliefde, een Nederlandse officier, wegvoer en Sri Lanka verliet op weg naar Nederland. Zij heeft dit overleeft en is acht jaar later opnieuw getrouwd. Je hebt hier op de rots een mooi uitzicht over Trincomalee en de Indische Oceaan.
De route via het Fort naar de tempel is redelijk stijl omhoog.
’s Avonds hebben we gegeten in het Crab restaurant gelegen nabij een heel chick hotel. Dit is op loopafstand bij ons hotel.
Daarna met ruim de helft van de groep nog wat gedronken bij café Fernando aan het strand alwaar we ’s middags ook al hadden geluncht. Op de achtergrond hadden we een woeste zee met mooie wolkenluchten.
De snorkelaars hadden wederom pech. Het ging weer niet door. Vanmorgen heb ik en de anderen in de zee en zwembad gezwommen.
Er zijn diverse kraaien / ka’s / kraaiachtigen op het park die suikerzakjes van de tafels pakken en ermee wegvliegen om later de suiker eruit te halen en op te vreten.
’s Middags hebben de meesten voor het eerst in hun leven cricket gespeeld. Alleen Huguette heeft eerder gecricket. Na een uitleg van de basisregels door Waruna werd de groep in tweeën gedeeld. Er lopen toch nog een paar Hollandse / Friese talenten rond. Clemens als werper, Jeroen als slagman en ondergetekende als slagman en vanger. In de eerste wedstrijd gingen 3 van de 6 tegenstanders uit met een vangbal door ondergetekende. Hiermee zijn er zowaar verborgen talenten boven komen drijven. We hebben op het strand gecricket.
Ondanks dat het hier nu moesson seizoen is mogen we, gisteren en vandaag, overdag niet klagen over het weer. Overdag was het bijna helemaal droog. ’s Avonds en ’s nachts regende het zo nu en dan. Maar dat is niet erg.
Vanavond hadden we een door het hotel verplicht georganiseerd kerstdiner. Dit was zeer goed geregeld. De keuze was reuze. Het diner was zeer uitgebreid. Heel veel voorgerechten en toetjes, kalkoen en Aziatisch eten als hoofdgerecht.
Vanmorgen hebben we om 8 uur het hotel verlaten. We reden eerst circa 2,5 uur en na een drinkstop hebben we de rotstempels van Dambulla bezocht. Jeroen, Clemens en ik zijn samen met Waruna via de iets moeilijkere trappen omhoog geklommen.
De anderen zijn later uitgestapt en hoefden minder te lopen. De rotsen van Dambulla zijn 160 meter hoog en zijn in de laatste eeuw voor Christus gebouwd. In de 17e en 18e eeuw is het complex uitgebreid. De Dambulla rotstempels staan sinds 1991 op de UNESCO wereld erfgoedlijst. Ieder van de vijf naast elkaar liggende grotten bevat een liggende Boeddha. Verder staan er vele zittende Boeddha’s. Ook zijn er vele muurschilderingen.
Bij de rotstempels zagen we op een afstand de Sigiriya. De rechter rots/berg op de foto.
Na de lunch zouden we een optionele excursie naar de Sigiriya doen. Echter omdat het vandaag een feestdag is en ook de Sri Lankanen vrij zijn was het hier heel druk en hebben we deze excursie voor vandaag geannuleerd.
We zijn doorgereden naar Polonnaruwa alwaar we de archeologische site hebben bezocht. Dit zouden we normaal morgen doen. We hebben fietsend en wandelend de diverse tempels, Boeddhabeelden en stupa’s bekeken.
Ook vandaag was het droog weer.
Het is wederom een feestdag en dat betekent dat er geen alcohol mag worden verkocht of geschonken. Maar wij hadden geluk. Er was in ons hotel wel alcohol voor ons bij het eten en nadien bij de bar.
Clemens en Jeroen hadden plaatsgenoten die vandaag de Sigiriya hebben beklommen. En inderdaad was het er heel druk.
We zijn vanochtend niet naar de Sigiriya geweest. Ook vandaag zou het er heel druk zijn. En we moesten dan ook al om half zes vertrekken. Dat vanmorgen heerlijk gerelaxt bij het zwembad. Om half één zijn we, uitgezonderd Huguette, met de bus eerst naar onze lunchplek gegaan. Daarna nog ruim een uur doorgereden naar Minneriya Nationaal Park voor een olifanten game drive. Tijdens de rit er naar toe zagen we twee keer een olifant langs de kant van de weg. Eentje stond in de berm en de andere stond op ruim 100 meter afstand.
Ter plaatse zijn we overgestapt op 2 jeeps. Toen begon het te regenen. Na 5 minuten was het weer droog en het bleef droog. In het begin zagen we een roofvogel in de boom. Veel later, eerst een paar keer een individuele olifant. Daarna wat buffels, pauwen etc..
Op het einde van de safari waren de olifanten niet aan te slepen. Ze stonden in groepjes bij elkaar. Enkele waren zwanger. Ook waren er enkele jonge olifanten die speels waren.
Later moesten enkele van de jeeps aan de kant omdat de olifanten de “weg” wilden en gingen oversteken. En voordat je het weet maakt een olifant gehakt van een jeep. Vervolgens nog op een plateau foto’s van de omgeving genomen.
De jeep chauffeurs en vooral de onze zijn allemaal alfa mannetjes. Ze geven elkaar geen duimbreed toe met het rijden. Ze snijden elkaar af. Bij het weggaan na het bezichtigen van dieren gaan ze allemaal gelijktijdig weg, zodat niemand weg kon gaan. Vanwege de moessontijd was het nat in het Nationaal Park. Er zaten zo nu en dan jeeps vast in de blubber.
Op de terugweg stonden er nog twee keer een mannetjes olifant langs de kant van de weg. Enige tijd geleden is in het donker een tuktuk tegen een olifant gereden. De tuktuk en de chauffeur hebben het niet overleeft.
’s Avonds hebben we gegeten bij lokale mensen thuis die ook een restaurant, genaamd Priyamali Gedara, aan huis hebben. Je hebt hier een uitzicht over de landerijen. En gezien de muggen is deet hier de eerste levensbehoefte. Na het eten hebben we hier nog wat verschillende drankjes genuttigd die eerst nog met een tuktuk uit de stad /omgeving moest worden opgehaald.
De aanhouder wind. Vanmorgen zijn we alsnog naar de Sigiriya gegaan. We zijn met 8 personen naar binnen gegaan. En we waren niet de enigen. Nadat Waruna kaartjes had gekocht zijn we eerst langs de watertuin met meerdere vijvers lijkend op zwembaden gelopen. Daarna door de rotstuinen.
Hier moesten we aansluiten in de rij om aan de beklimming te kunnen beginnen. Een aantal medereisgenoten zag het niet meer zitten. Die zijn teruggegaan en hebben mogelijk het museum bewonderd evenals de omgeving met wat winkels en drinkgelegenheden.
De helft is aangesloten in de rij. Vervolgens nog even een uitleg van Waruna gehad. Deze heeft Jeroen gemist, die bleef in de rij staan wachtend omhoog. Clemens, Erik, Ruth en ik hebben later samen met Waruna de hoofdroute genegeerd en via sluiproutes en trappen een andere route genomen om op het plateau te komen. Dit is soms alleen voor buitenlanders mogelijk. Soms wordt je teruggestuurd, maar wij hadden geluk. Hiermee hebben we Jeroen ruim voorbijgestreefd. De Fresco’s, via een wenteltrap bereikbaar, hebben we letterlijk links laten liggen.
We zijn rechts gegaan om op het één na hoogste plateau te komen. Hier haakte Ruth af. Vlak voordat we, na enig wachten, weer omhoog konden hebben we onze verloren mattie, Jeroen, weer in de armen gesloten voor de laatste vele traptreden omhoog om vervolgens van een mooi uitzicht te genieten. Voorts konden we bovenop zien dat hier vroeger vele gebouwen hebben gestaan, nu is het slechts een ruïne.
In de 5e eeuw na christus heeft koning Kassapa namelijk hier een nieuw paleis gebouwd. Welke maar 18 jaren bewoond is geweest. Omdat Anuradhapura moeilijk te verdedigen was bij een aanval op hem heeft hij op Sigiriya bovenop de meer dan 200 meter hoge rotsen met loodrechte wanden het paleis gebouwd. Na 18 jaar kwam de aanval van zijn halfbroer Mogallana, die eerder naar India was gevlucht. Koning Kassapa koos er voor om niet bovenop de rotsen in zijn paleis te blijven maar het gevecht op de vlakte voor de rotsen aan te gaan. Nadat zijn olifant schrok en op hol sloeg gaven zijn soldaten de strijd op en heeft de koning zich met zijn zwaard van het leven beroofd.
Sigiriya wordt ook wel het achtste wereldwonder genoemd en betekent letterlijk leeuwenrots. In de omgeving zagen we nog enkele boeddha’s en stoepa’s. Verder was de omgeving zeer bosrijk.
Enkele kilometers verderop was nog een berg waar ook mensen bovenop stonden. Dit betreft de grottempel Pidurangala. De tempel is destijds door Koning Kassapa gebouwd. De vóór die tijd verblijvende monniken moesten vertrekken. De koning heeft ze schadeloos gesteld.
Toen we weer naar beneden gingen doken de mensen op het één na hoogste plateau ineen. Het leek wel een flashmob. Later hoorden we van Ruth dat er een zwerm wespen/bijen overging en dat ze daardoor in elkaar kropen. Daarna zijn we verder naar beneden gelopen en op naar de bus en even later vond er een hereniging plaats met de overige reisgenoten.
Vervolgens daarna geluncht en op naar ons volgende hotel in Wasgamuwa, het Lavendish Wild Safari Hotel. Alwaar we in het zwembad met het grootste deel van de groep nog van een paar bier(tjes) hebben genoten.
Van de reisbegeleider hoorden we dat het onbekend was of het hotel wifi heeft, dat weten ze zelf niet, nou dit hotel heeft tot nog toe de beste wifi.
Vanmorgen om 8 uur zijn we met 2 jeeps en 8 personen vertrokken voor de Knuckles Mountain Range. Dit was eerst zeven kwartier met de jeeps bergpas op en bergpas af. In een jeep, met de zijkanten en de voor- en achterkant open, beleef je de omgeving heel anders dan vanuit de bus. Ook zijn we bij de nieuwe dijk geweest die in aanbouw is (stuwdam).
Ter plaatse hebben we eerst thee gedronken bij lokale mensen. Vervolgens zijn we door de rijstvelden, over de plateaus gelopen. Op dit moment staat er geen rijst. Ze telen één keer per jaar rijst. Dit i.v.m. de droogte. In het andere deel van het jaar telen ze andere gewassen. Ook zijn we diverse keren langs water(valletjes) gelopen, langs woningen etc…
We hebben geluncht bij lokale mensen thuis. Op de WC aldaar was er een meer dan twee meter lange slang.
De wandeling was steeds een klein beetje klimmen/klauteren en dan weer dalen. Dit gebied staat bekend om zijn bloedzuigers. De helft had tijdens de wandeling / lunch te maken met een bloedzuiger op de kleding, waaronder ik. Vanwege de bloedzuigers hadden we allemaal voor het eerst in deze vakantie een lange broek en sokken aan. Daarna zijn we via de weg teruggelopen naar de jeeps. Voor 1.400 roepia, 7 euro, was dit geen geld. Met de jeeps moesten we weer enkele bergpassen bedwingen. Het passeren van tegenliggers was door de smalle weg iedere keer een uitdaging. Vervolgens zijn we weer herenigd met onze eigen bus en de overige reisleden.
Vervolgens zijn we doorgereden en naar een spice & Herbal garden gegaan. Aldaar een rondleiding genoten met uitleg van de werking van diverse planten, bomen zoals vanille, kruidnagels, de niet eetbare ananas, pepers etc…
Verder hebben we uitleg gekregen over diverse oliën en poeders zoals ontharings crème, na 10 minuten insmeren veeg je het weer van je lichaam af en is dat deel gedurende een week of 6 onthaard. Gezichtscrème die je gezicht jonger maakt. Dit is getest door twee dames en het klopte. Voor en na de crème was een groot verschil.
Tenslotte hebben we nog een korte massage genoten. Daarna doorgereden naar ons Oakray City Hotel in Kandy en onderweg zagen we de laatste hindoetempel.
Vandaag hebben we de Tempel van de tand in Kandy bezocht. Hier vindt drie keer per dag een ceremonie (puja) plaats. Dit is de belangrijkste boeddhistische tempel van Sri Lanka. De tand is veilig opgeborgen en wordt alleen aan belangrijke bezoekers getoond, en dat waren wij niet. In 1998 is de voorgevel van de tempel door een bom van de Tamil Tijgers deels verwoest. De schade is hersteld en om nu binnen te komen moet je eerst langs een strenge bewaking.
Na de ceremonie hebben we het boeddha museum op hetzelfde terrein bezocht. Hier zijn vele afbeeldingen / maquettes van de tempels van Boeddha van heel Zuidoost Azië te bezichtigen. Je mag hier geen foto’s maken.
Daarna in het gedateerde Queen hotel koffie gedronken, vervolgens hebben we op een andere locatie geluncht. En na de lunch zijn we door Kandy geslenterd en her en der wat inkopen gedaan. De tweede helft van de middag, wegens gebrek van een zwembad, gelezen op de kamer.
Nadat we het hotel vanmorgen hebben verlaten hebben we in Kandy eerst de Prasanna Gem Centre bezocht. Deze juwelierswinkel / fabriek hebben we eerst een filmpje gezien van hoe mijnengangen worden gebouwd om vervolgens de grond eruit te halen die daarna wordt gezeefd om de stenen(tjes) eruit te halen. Vervolgens zijn we door een klein deel van de fabriek gelopen en de winkel waar je sieraden kan kopen.
Aan de overkant van de weg is een houtfabriek waar allemaal beelden, maskers, stoelen, tafels, kasten etc.. worden gemaakt. Voor de verschillende kleuren op de maskers gebruiken ze natuurlijke producten. In heet water wordt van een bepaalde houtsoort geraspte houtvezels gedeponeerd. Vervolgens wordt er bijvoorbeeld limoen aan toegevoegd of kalk etc.. Dit geeft het alle keren een andere kleur.
Na dit bezoek zijn we even verder gereden naar Peradenriya. Alwaar we door de koninklijke botanische tuinen zijn gewandeld.
Er zijn vele verschillende mooie bomen en planten. Diverse bamboebomen uit verschillende landen. Dubbele kokosnoten. Deze kokospalmen zijn afkomstig van de Seychellen en de vruchten hebben vijf jaar nodig om te rijpen. Veel vliegende honden (vleermuizen) hingen in de bomen. Verder hebben hoogwaardigheidsbekleders (zoals koningin Elizabeth) hier een boom gepland. De koninklijke tuinen zijn circa 60 hectare groot en er komen ruim 1,2 miljoen bezoekers per jaar.
Daarna hebben we na vele haarspeldbochten, stijgingen en afdalingen geluncht in een restaurant welke is gelegen nabij enkele watervallen. Na de lunch hebben we de route via vele haarspeldbochten vervolgd. Toen was er een mannetje die we bij vier haarspeldbochten mee zagen rennen met een bos bloemen. Die hebben we toen maar gekocht voor 2.000 roepie.
Na verder getoerd te hebben, hebben we een theefabriek van Damro bezocht en een kleine rondleiding door de fabriek gehad.
Om 16.45 uur kwamen we na een rondje door Nuwara Eliya bij ons Windsor Hotel aan. Nuwara Eliya ligt op 1.900 meter hoogte. Dat ’s avonds bij het eten in de stad was het een stuk frisser dan we gewend waren.
’s Avonds in de bar was de barkeeper druk bezig met de administratie. Elke dag wordt in een groot boek bijgehouden hoeveel er per soort drinken is ingekocht en verkocht.
Na een korte nacht, om 5 uur ging de wekker al, zijn Clemens, Jeroen, Ruth en ik naar Horton Plains en World’s End gegaan. We werden om half zes opgehaald met een minibusje. Het was ruim een uur rijden naar het Horton Plains National Park. Vervolgens moesten we daar nog drie kwartier wachten voordat Waruna bij de kassa tickets had bemachtigd. Op dit vroege tijdstip waren er vele busje met toeristen. Vervolgens zijn we nog een stukje doorgereden door het Nationaal Park. Om 7.15 uur zijn we met ons vijven gaan lopen. Eerst hadden we nog een toegangscontrole. Er mag namelijk geen plastic naar binnen. De wikkels van de waterflesjes werden eraf gehaald. Koekjes in plastic verpakking gingen wel door de rugzakcontrole.
Het eerste deel van de wandeling was door open terrein, graslanden, en vooral dalend. Later werd het wat glibberiger en was het door de rotsen / rotsjes moeilijker begaanbaar. Ook zijn er dichte beboste gebieden. Met ons vieren, zonder Waruna, zijn we eerst naar Mini World’s End gegaan. Dit was lopen door de bushbush, smalle paden en veel bukken door de struikjes en takken.
Hier hadden we een mooi uitzicht. Daarna terug gewandeld en vervolgens doorgelopen naar World’s End. De rotsen van World’s End lopen bijna 900 meter loodrecht naar beneden. Op World’s End sta je op een hoogte van ongeveer 2.100 meter. En om in de termen van Floortje Dessing te spreken, je bent hier echt op het einde van de wereld. Hier is in november 2018 nog een Duitse toerist omgekomen die samen met een vriendin een selfie wilden maken en vervolgens te dicht bij de rand is gekomen en naar beneden gestort. Na zes uren kon het lichaam worden geborgen. In 2015 viel een Nederlandse man, die op huwelijksreis was met zijn vrouw, van het einde van de wereld tijdens het maken van een selfie. Hij overleefde de val op wonderbaarlijke wijze doordat een boom zijn val 40 meter lager brak. Je moet echt je best doen om naar beneden te storten, zo groot of ruim is het plateau op World’s End.
Daarna zijn we weer afgedaald en naar de Baker’s Falls (watervallen) gegaan. Om ongeveer 10.40 uur waren we na een kleine 3,5 uur wandelen weer terug bij het beginpunt. Totaal hebben we ongeveer 16.500 stappen gezet en 11,4 kilometer afgelegd. Grotendeels loop je een rondje, zodat je dus niet twee keer dezelfde route hoeft te wandelen. Ook is een redelijke basisconditie niet verkeerd.
Na wat gedronken te hebben weer een uur terug met het minibusje en daarna overgestapt op onze eigen bus die ons naar het treinstation bracht samen met de overige reisgenoten. Alwaar we om 13.00 uur met de trein vertrokken. Het blijft altijd fascinerend om in deze landen met de trein te reizen. Je ziet het land vanaf een andere kant, net als je in Nederland over de bevroren sloten schaatst. De trein was vol met de vele toeristen en locals en reed rustig door het landschap. Eerst mooie uitzichten van bergen en valleien aan de rechterkant en daarna aan de linkerkant. De mooie vergezichten, we zagen vele watervallen, bruggen, werkende Sri Lankanen op de akkers, stoepa’s. In enkele valleien was het volledig mistig. We reden door talloze tunnels. Vele toeristen hingen in de deuropeningen naar buiten om via een open raam of deur te worden vastgelegd op de foto. In het geval dat het misgaat, hebben ze in ieder geval de foto’s nog.
Eindpunt voor ons en nog een paar 100 toeristen was Ella, een backpakkers plaats. Wij gingen nog 90 kilometer verder met de bus naar Udawalawe. We zijn nog even bij een waterval gestopt en in Udawalawe Nationaal Park zagen we nog een paar olifanten achter draad langs de kant van de weg.
’s Avonds hebben we op onze “camping” met andere toeristen een uitgebreid oudjaarsdiner/buffet genoten met muziek en een beetje vuurwerk. En toen werd het ……..
0.00 uur. Met sterretjes, mede mogelijk gemaakt door Alexandra, hebben we de sfeer erin gebracht en iedereen nieuwjaar gewenst. Sinds jaren was de gehele groep om 0.00 uur aanwezig. Met nog wat vuurpijlen en knalvuurwerk van Duitse Djoser toeristen en muziek ging het feest nog enkele uren door.
Na een laat ontbijt hadden we de rest van de ochtend vrij. Tijd om te relaxen, lezen, zwemmen etc…
Om 13.30 uur hebben we de dag planning voor de komende dagen besproken. Daarna zijn we op safari gegaan door Udawalawe Nationaal Park. In dit park waren veel meer verschillende dieren en vooral vogels dan een week geleden in Wasgamuwa Nationaal Park. Naast de olifant, buffels, diverse soorten reigers zagen we ook een haas, een vos, groene vogels, soort parkiet, roofvogels, pelikanen, kleine leguaan en nog meer vogelsoorten en tenslotte ook nog een krokodil die op een eilandje in het water lag met de bek open. Soms deed hij de bek dicht zodat hij echt was.
De jeeps waren ook beter dan in Wasgamuwa Nationaal Park. En de chauffeurs reden ook veel gemoedelijker.
Al met al een geslaagde Nieuwjaars middag.
Vanmorgen zijn we om 08.30 uur vertrokken. We zijn eerst naar een olifanten opvangcentrum (Elephant Transit Home), een kwartier verderop, gegaan. Aldaar wordt vanuit heel Sri Lanka baby olifanten, gewonde en zieke olifanten opgevangen. In hoofdzaak betreft het weesolifanten. Hiermee zijn ze in het jaar 1995 mee begonnen. De bedoeling is dat ze later op ongeveer vijfjarige leeftijd weer worden vrijgelaten in het wild.
De olifanten worden 4 keer per dag om 9, 12, 15 en 18 uur met melk gevoerd en dit is vanaf een kleine overdekte tribune te aanschouwen. Dit gaat met 3 tot 4 olifanten gelijktijdig.
Daarna moeten ze doorlopen naar een gedeelte waar een aantal takken met bladeren liggen. De olifanten vreten eerst de bladeren op en daarna halen ze de schors van de takken af met de slurf en de poten en vreten dan de schors op. Enkele olifanten konden heel goed brullen. Nadat ze allemaal melk hadden gehad konden/moesten ze het Nationale Park weer in. Een aantal (baby) olifanten waren ondeugend en wilden / gingen terug.
Daarna zijn we 2 uren doorgereden om in de kustplaats Matara in het zuiden van Sri Lanka wat te drinken en iets te eten. Vervolgens langs de kust verder gereden om omstreeks 13.30 uur in ons Kabalana hotel in Ahangama aan te komen.
’s Middags in en bij het zwembad en de zee geweest.
Vandaag een onthaastingsdag. Een groot deel van de dag bij en in het zwembad en de zee vertoeft.
’s Avonds hadden we een afscheidsdiner in het Insight Resort hotel waar Djoser normaal bivakkeert. Na het diner zijn we naar een café / restaurant tegenover ons hotel geweest. Aldaar heeft Erik, onze buschauffeur Charith, en zijn assistent Chanaka, en onze reisleider Waruna bedankt voor deze 3 weken vakantie. Daarna heeft Clemens onze reisbegeleider Cherida bedankt.
Vanmorgen hebben we ons laatste hotel om 8 uur verlaten. We zijn eerst naar het Sea Turtle Hatchery in Habaraduwa gegaan. Circa 10 minuten rijden vanaf het hotel.
Eerst reden we langs een plek waar een vliegveld, spoorlijn, wandelpad, autoweg en de zee naast elkaar waren gelegen. Waruna is trots dat zoveel soorten vervoersmogelijkheden bij elkaar liggen. Zeeschildpadden verzamelen zich jaarlijks in bepaalde delen van de oceaan om te paren. Na het paren komen de vrouwelijke schildpadden naar de kust om eieren te leggen. Dit doen ze vanaf een leeftijd van ongeveer 30 jaar. Nadat ze de eieren, ongeveer 120 stuks, hebben gelegd, die op pingpongballen lijken, gaan ze terug naar de oceaan. Door de hitte van het zand komen de eieren uit. Schildpadden kunnen wel 120 tot 130 jaar oud worden. Hier waren ook babyschildpadden aanwezig.
De jongste was 2 dagen. Het hoofddoel van de Sea Turtle Hatchery, welke sinds 1986 bestaat, is het redden van zeeschildpadden voor de volgende generatie. Het grootste deel van het project is het uitbroeden van de schildpadden door een broedmachine en ze na voldoende zorg loslaten in de oceaan.
Daarnaast worden een groot aantal schildpadden die ziek zijn of gewond zijn geraakt door visnetten behandeld en nadat ze genezen zijn gaan ze weer naar de oceaan. Daarna zijn we doorgereden naar de koloniale stad Galle. Galle is aan drie zijden omringt door de oceaan. We zijn daar eerst over de kade gelopen. In de kademuur zit een gat welke erin is geslagen door de Tsunami in het jaar 2004.
Direct ernaast zat een vroegere gevangenis. De kademuren dateren uit de Hollandse VOC tijd en het waren verdedigingswerken die bestand waren tegen kanonskogels. Daarna zijn we wat door Galle geslenterd, hebben we gedronken en geluncht.
Daarna ongeveer 115 kilometer verder gereden naar Colombo. Aldaar hebben we een stadstour gedaan langs meerdere gebouwen, langs monumenten, door het havengebied.
Colombo heeft een grote haven en heeft een strategische ligging langs de oost-west handelsroutes. Vervolgens zijn we langs een nieuw opgespoten stuk land van ongeveer 200 hectare gereden. Dit wordt door de Chinezen gebouwd. Onder andere door Chinese gevangenen. Zij hebben namelijk de keus om in China in de gevangenis te zitten of om in het buitenland voor niets te werken. Sri Lanka heeft veel geld van China geleend en daardoor zijn ze financieel in de problemen gekomen en zijn ze afhankelijk van China. Verder zagen we nog een stoepa op hoge palen.
Vervolgens zijn we naar het vliegveld gereden. Tijdens het inchecken werd er al aan een aantal reisgenoten gevraagd of ze ook een dag later wilden vertrekken omdat de vlucht overboekt was. Iedereen is vervolgens wel ingecheckt. Later kreeg Cherida, Alex, Ruth en Sigrid het aanbod om niet met de normale vlucht van 21.00 uur te gaan maar ’s nachts om 2 uur. De vervolgvlucht naar Amsterdam konden ze gewoon halen. Dit met een premie van 300 Amerikaanse dollar per persoon. Bij Sigrid werd dit aanbod later ingetrokken omdat er nog maar 3 personen te hoefden worden overgeboekt. Sigrid ging dus met ons om 21.00 uur de lucht in om even na middernacht, Abu Dhabi tijd, aldaar te landen. Vervolgens moesten wij ruim 9 uren wachten voor onze vervolgvlucht naar Amsterdam. Dit was dus een nacht doorbrengen op het vliegveld. Normaal gaat de groep ’s middags in een hotel in Colombo om dan om half één naar het vliegveld te gaan. Maar vanwege de feestdagen moesten wij een vlucht eerder nemen. Zolang en dan ook nog de nacht op een vliegveld doorbrengen is geen pretje.
Later kwamen Alexandra, Cherida en Ruth ook in Abu Dhabi. Zij hebben geen 300 dollar ontvangen, maar een voucher van 200 dollar te besteden bij een volgende vlucht van Etihad. Hier is het laatste woord nog niet over gesproken. Ook hun vlucht was overboekt.
Vervolgens zijn we om 9.30 uur doorgevlogen naar Amsterdam om aldaar om 14.00 uur te landen.
Na de paspoortcontrole en bagage ophalen hebben we afscheid van elkaar genomen. Vervolgens met de trein naar huis en kwam er een einde aan wederom een mooie vakantie.
Oant sjen.