Voor het tweede jaar op rij ben ik in de maand december op vakantie geweest in een warm land.
Van dinsdag 17 december 2013 t/m vrijdag 3 januari 2014 was ik in Zuid-Afrika. Het was net als vorig jaar, toen was Cuba het reisdoel, wederom een gecombineerde fiets- / busreis en we hebben ook veel gewandeld. Ook nu was Djoser te Leiden de reisorganisatie.
Aldaar heb ik met Daan, Dick, Fennie, Geert, Hadewich, Jaap, Jan, Jan, Kees, Kristien, Lizzy, Margreet, Marion, Martine, Max, Ria, Ria, Willem, Wim en onze Zuid-Afrikaanse reisleider Kobus, trainee Tyrone en onze buschauffeur Johan ruim twee weken met veel plezier in Zuid-Afrika vakantie gevierd.
We zijn met het vliegtuig van Amsterdam naar Kaapstad gevlogen. Aldaar hebben we overnacht in Kaapstad, Malgas, Stellenbosch, Oudtshoorn, Baviaanskloof, Plettenberg Bay, Tsitsikamma en Addo Elephant NP. Daarna zijn we met de bus naar Port Elizabeth gegaan om vervolgens met het vliegtuig naar Johannesburg te vliegen waar we zijn overgestapt voor de terugreis naar Amsterdam.
Hierna kunt u mijn belevenissen lezen zoals ik, en in vele gevallen wij, gedurende deze 18 dagen hebben meegemaakt.
Eigenlijk is de vakantie gisteren al begonnen. Ik ben gisteren al vertrokken naar het ibis hotel nabij Schiphol. Dit omdat we vanochtend al vroeg op de luchthaven moesten zijn. Meerdere medereizigers hebben vannacht rondom Schiphol overnacht.
Na het afgeven van de bagage en nadat ik door de douane was, zag ik Geert en Martine. Zij waren vorig jaar gelijktijdig met mij op vakantie op Cuba.
Iedereen die zich via internet had ingecheckt voor een plaats in het vliegtuig moest, voordat we aan boord mochten, waaronder ik, eerst langs de balie om het paspoort te laten inscannen. Degenen die zich op Schiphol hadden ingecheckt hoefden dat niet te doen. Hierdoor duurde het instappen veel langer dan gebruikelijk. Om ongeveer 10.15 uur zijn we de lucht ingegaan. Vier films later, het doornemen van enkele kranten, zo nu en dan de oogjes dicht en snaveltjes toe en op zijn tijd een natje en een droogje, landen we om 21.15 uur Nederlandse tijd en om 22.15 uur Zuid-Afrikaanse tijd op het vliegveld van Kaapstad. Tijdens de wintertijd is er 1 uur tijdsverschil, met de zomertijd zijn de tijden gelijk.
Daarna door de douane, bagage ophalen en verzamelen bij onze Zuid-Afrikaanse reisleider Kobus waar we konden kennismaken met onze medereisgenoten. Om even voor 24.00 uur kwamen we aan bij ons hotel “The Ritz Hotel” ook gelegen in Kaapstad.
Vanmorgen na het ontbijt hebben we met onze reisleider Kobus eerst een bespreking gehad. Daarna hebben Geert, Hadewich, Jaap, Lizzy, Marion, Martine, Ria en ik een taxi genomen naar de Tafelberg. De Tafelberg is 1.086 meter hoog en heeft een kenmerkende platte bovenkant en is ongeveer drie kilometer breed.
Ter hoogte van de kabelbaan stond een rij mensen van enkele uren om op een gemakkelijke manier omhoog te gaan. Wij zijn even doorgereden om ter hoogte van het bord “Platteklip Gorge” uit te stappen. Hier zijn we gedurende een bijna twee uren durende wandeling omhoog gegaan over een zigzaggend pad waarbij geen enkele steen en geen enkele trede in de trappen gelijk was. Na een vliegreis van gisteren kon nu mooi het luie zweet eruit.
Bovenop de Tafelberg zijn Jaap, Marion, Ria en ik linksaf geslagen om van de diverse uitzichten te genieten. Je hebt hier een fenomenaal uitzicht over Kaapstad. Hier stonden ook diverse planten, totaal herbergt de Tabelberg circa 1.400 plantensoorten. Voorts hadden ze enkele houten vlonders aangelegd. Dit omdat het in natte periodes drassig kan zijn. De andere vier zijn naar het restaurant gelopen. Dat hebben wij nadien ook gedaan.
We zijn met de kabelbaan naar beneden gegaan. In de gondel kunnen circa 60 personen en de gondel draait ook rond.
Daarna zijn we met z’n vieren met de taxi terug naar het hotel gegaan om vervolgens een pinautomaat te plunderen. Daarna, nabij de zee, hebben we op een terras gezeten om mijn/ons eerste welverdiende Zuid-Afrikaanse biertje te nuttigen.
’s Avonds zijn Geert, Jaap, Marion, Martine en ik uit eten geweest op Victoria and Alfred (V&A) Waterfront. Het Waterfront is vernoemd naar Koningin Victoria van Engeland en haar jongste zoon. Alwaar we onder andere vis hebben gegeten. Waterfront is van oorsprong een haven waarmee men in het jaar 1860 is begonnen te bouwen. Rond het jaar 1990 is het gebied gerenoveerd en bestaat nu onder meer uit een complex met vele winkels, restaurants, bioscopen, wandelpaden en is bij buitenlandse toeristen een populaire bestemming. Buiten op een podium traden diverse Schotten op in een kilt en met doedelzakken. Aan mensen was hier geen gebrek.
Vanmorgen konden we onze fietsen, mountainbikes, gaan uitzoeken. Na het afstellen, proefrondje rondom het hotel etc... zijn we gaan fietsen. In Zuid Afrika rijden ze links, dus dat geldt ook voor ons. Dat was wel even wennen. Voort is het verplicht om een fietshelm te dragen.
Onderweg zouden we een aantal keren stoppen en dan zal Kobus wat over de geschiedenis van de omgeving gaan vertellen. In Kaapstad zie je heel weinig mensen op de fiets. Vanaf het hotel zijn we langs het strand naar het Green Point Stadium, dit is het voetbalstadion welke is gebouwd voor het WK in het jaar 2010, gefietst. Naast voetbal en rugby wordt het stadion nu ook gebruikt voor concerten en andere evenementen. Daarna doorgefietst naar het V&A Waterfront.
Vlak voor de ingang van het Waterfront staan vier standbeelden van de Zuid-Afrikaanse Nobelprijswinnaars, namelijk Albert Luthuli, Desmond Tutu, Frederik Willem de Klerk en Nelson Mandela.
Daarna doorgefietst naar het kasteel de Goede Hoop. Het werd tussen 1664 en 1679 in opdracht van de VOC gebouwd en is het op één na oudste Europese bouwwerk van Zuid-Afrika. Het is een vijfpuntig fort van steen. Het verving hiermee een klein fort van klei en hout welke in opdracht van Jan van Riebeeck was gebouwd. Echter dit fort was slecht bestand tegen de regen. Dit fort stond destijds naast het huidige fort op de plaats wat nu een plein is. Dit plein wordt de “Grand Parade” genoemd. Dit wordt gebruikt voor markten, parkeren en politieke demonstraties. Tijdens het WK voetbal in 2010 was dit de uitvalsbasis voor de Nederlandse supporters. Voorts hield Nelson Mandela op 11 februari 1990 op “Grand Parade” zijn eerste toespraak na zijn vrijlating.
Jan van Riebeeck kwam in 1652 aan in Kaapstad. De VOC had behoefte aan verversingsplaatsen vanwege de lange zeereis naar Azië. In opdracht van de VOC bouwde hij onder meer een fort en legde er tuinen aan om groente en fruit te verbouwen. Één en ander was bestemd voor de bemanning van de VOC schepen die hier voor enkele weken een tussenstop hadden. In het binnenland hield men vee. Echter dit was te weinig om de VOC schepen te bevoorraden. Voormalig VOC personeel kreeg land toegewezen om daarop te gaan boeren. Op die manier slaagde men er later in om wel voldoende voedsel te produceren.
Daarna zijn we doorgefietst naar de tuinen, the Company’s Garden, welke door de Nederlanders in 1652 zijn aangelegd. Destijds dus bestemd voor de teelt van vers voedsel voor de VOC en nu is het een botanische tuin met mooie planten en bomen. Een perenboom die ruim 350 jaar geleden is geplant, staat er nu nog steeds. In deze tuin hebben we wat gedronken.
Vervolgens zijn we doorgefietst naar de Bo-Kaap. In dit deel van Kaapstad staan vele rijtjeshuizen in allemaal verschillende kleuren. De inwoners van de Bo-Kaap zijn meestal afstammelingen van slaven die in de 16e en 17e eeuw zijn ingevoerd door de Britten en de Nederlanders. De bewoners mogen de buitenkant van de huizen niet veranderen, de binnenkant wel. De huizen zijn destijds door diverse landen gebouwd.
Daarna teruggefietst naar het Waterfront. Dit was het einde na circa 12 kilometer fietsen. Tijdens het fietsen in een groep krijg je of neem je voorrang op de overige weggebruikers. Ook de kleuren van de verkeerslichten worden wel eens genegeerd. Voorts zijn de verkeerslichten heel bijzonder. Deze staan zowel voor als direct na de kruising, dus een dubbele opstelling.
’s Middags kon een ieder iets voor zichzelf doen. Ik heb met Geert, Jaap, Marion en Martine na de lunch het V&A Waterfront nader verkent. In de haven hebben we nog diverse zeeleeuwen gezien. Voorts lag ook de UK183, genaamd Lubbetje, een oud vissersschip uit Urk op het droge. In het begin van de 21 eeuw is de UK183 in Nederland uit de vaart genomen en later geëxporteerd naar Zuid-Afrika om daar te dienen in de visserij.
Ook hebben we in een winkelcentrum een kleine tentoonstelling over Nelson Mandela bekeken. Ook zagen we dat de toegangskaarten voor de overtocht naar Robbeneiland waar Nelson Mandela gevangen heeft gezeten tot 4 januari 2014 al waren uitverkocht. Dit was voor ons dus geen optie. We zijn verder door het (haven)gebied gewandeld. Enkele overdekte centra met winkels, eten en drinken bekeken evenals een wellnesscentrum waar vele stands met beelden, kleding, zilveren kettingen etc... waren. Daarna terug naar het hotel.
’s Avonds met bijna de hele groep in het Belgische restaurant Den Anker in V&A Waterfront gegeten.
Vanmorgen om 8 uur vertrokken met de bus richting Kaap de Goede Hoop. We zijn langs de Atlantische Oceaankust naar het zuiden gereden. We kwamen ook langs Victoria Road. Victoria Road is de duurste buurt, zowel qua onroerend goed als eten en drinken, van Kaapstad. Ook diverse Hollywood sterren hebben hier een woning. We zagen nu ook veel meer sportieve fietsers. Langs de kust is het nu eenmaal mooier fietsen dan door de binnenstad.
Bij café Roux, gelegen in Noordhoek, hebben we wat gedronken. Hier is ook een speeltuin voor kleine kinderen en een aantal kleine winkeltjes en een supermarkt.
In het landelijke gebied staan vele grote huizen met hekwerken / muren rondom. Vaak ook met stroomdraden erboven.
Ook hebben we voor het eerst een grote struisvogelboerderij gezien. Waarbij een mannetje en een vrouwtje een grasperceel hebben van circa 50 bij 50 meter. Als de struisvogels een heel kleine oppervlakte hebben, dan dood het mannetje het vrouwtje. Bij het begin van het Nationaal Park Kaap de Goede Hoop zijn de fietsen afgeladen. Wij zijn vervolgens naar het uiterst zuidwestelijke punt van Zuid-Afrika gefietst alwaar een paar borden staan van Kaap de Goede Hoop. Onderweg nog een aantal bontebokken en bavianen gezien. Simon van der Stel was de eerste Gouverneur van Kaap de Goede Hoop. Dit was in de periode 1677-1699.
Vanaf het bord Kaap de Goede Hoop zijn we vervolgens naar het restaurant gewandeld. Via een slingerende op- en neergaande ongelijkvloerse trappenroute duurde deze wandeling circa drie kwartier. Tijd genoeg om van de omgeving te genieten.
Je kunt ook nog naar de vuurtoren wandelen of met de kabelbaan er naar toe gaan. Echter vanwege de bewolking hebben we dit niet gedaan. Het uitzicht was te beperkt.
Na de verlate lunch hebben we weer de fietsen gepakt. Deze waren door Johan en Tyrone met de bus weer bij het restaurant gebracht. Eerst zijn we 13 kilometer door het Nationale Park gefietst om dit vervolgens te verlaten. Onderweg nog enkele bavianen gezien op het dak van een gebouw.
Daarna zijn we nog circa 10 kilometer doorgefietst naar Simons Town. Nabij Simons Town ligt Boulders Beach alwaar een kolonie Afrikaanse pinguïns leven. Ik had de verwachting dat ze veel groter waren. Ze zijn echter maar ongeveer 50 cm hoog en wegen tussen de 2,1 en 3,7 kg. Gemiddeld worden ze ruim 10 jaar oud. In 1982 zijn de eerste pinguïns gespot op Boulders Beach. In de loop van de tijd zijn het er enkele duizenden geworden. Dit komt onder meer doordat de visserij in de omgeving sterk is verminderd. Volgens Kobus is het onverklaarbaar waarom de pinguïns juist op deze plek zitten.
Iedere 20-30 jaar worden delen van de natuur in Zuid-Afrika gecontroleerd in brand gestoken en/of worden natuurbranden niet meer geblust. De reden is onder meer om nieuw leven te brengen van bloemen, planten, struiken en bomen. Bepaalde zaden die voor de brand nog niet waren ontkiemt, ontkiemen nu hopelijk wel. Het blijkt dat de natuur zicht snel hersteld na een brand.
Omstreeks 18.00 uur werden de fietsen weer opgeladen en zijn we met de bus terug naar ons het hotel in Kaapstad gegaan. We hebben vandaag circa 35 kilometer gefietst. De eerste drie dagen in Zuid-Afrika was het tussen de 25 en 30 graden Celsius. Tot vanmiddag was het ook onbewolkt. In Kaap de Goede Hoop stond een krachtige zuiden wind. In Kaapstad begint het iedere avond harder te waaien, terwijl er overdag maar weinig wind staat.
Gisteren was het een heel klein beetje, maar nu op de terugreis naar het hotel daalden er vele wolken vanaf de Tafelberg naar beneden. Dit noemen ze een “tafelkleed”.
Vandaag verlaten we na vier nachten Kaapstad en we gaan naar Stellenbosch. Vanochtend moesten we eerst de genoten ontbijten afrekenen in het hotel. Dit is de eerste hotelreis waarbij ik dat meemaak.
Om 08.00 uur zijn we vertrokken met de bus. We zijn eerst naar Paarl gereden alwaar we het “Die Afrikaanse taalmonument” hebben bezocht. Dit is één van de twee monumenten in de wereld en in Zuid-Afrika die aan een taal zijn gewijd. Hiermee herdenkt men de erkenning van het Afrikaans als een afzonderlijke taal van het Nederlands. Het taalmonument is gelegen op een heuvel en bestaat onder meer uit een 57 meter hoge gedenknaald welke aan de bovenkant open is. Ook zijn er drie bollen van verschillende grote. Deze staan voor de Afrikaanse talen Khoi, de Nguni- en Sotho-talen. Links van de traptreden staan drie zuilen. Deze vertegenwoordigen de drie Europese talen en culturen Nederlands (grootste), Duits en Engels en de zuil in het midden van de trap voor de Maleisische taal en cultuur.
Naast het taalmonument is de berg, de Paarlberg, gelegen. Deze dankt zijn naam omdat hij glinstert als hij nat is en de zon erop schijnt.
Bij het verlaten van het taalmonument hebben we de fietsen gepakt voor een tocht van circa 28 kilometer. We zijn door het platteland over lange rechte wegen naar Stellenbosch gefietst. De wegen waren redelijk druk. Stellenbosch is genoemd naar Simon van der Stel die het gebied in 1679 verkende en Stellenbosch is na Kaapstad de oudste Europese Nederzetting van Zuid-Afrika. Stellenbosch staat bekend om de wijnbouw. Onderweg hebben we vele druivenvelden gezien. Bij de wijnboerderij “Die Bergkelder” hebben we eerst een bezoek gebracht aan het wijnmuseum. Daarna hebben we een rondleiding over het bedrijf gehad waarbij we ook diverse wijnen hebben geproefd. De rondleider vertelde over de diverse wijnen wanneer ze geschikt zijn om bij welke gelegenheden te gaan drinken. Één van hun wijnmerken is “Fleur du Cap”. Op het bedrijf staan circa 20.000 eiken vaten van 300 liter waarin de wijn wordt gerijpt. Voorts staan er grote tanks tot wel 50.000 – 60.000 liter wijn. Per uur kunnen er 12.000 flessen wijn worden gevuld. “Die Bergkelder” importeert en exporteert ook vele wijnen.
Daarna zijn we met de bus doorgereden naar het centrum van Stellenbosch waar we anderhalf uur hebben rondgelopen en gegeten. In de Dorpstraat staat de winkel “Oom Samie Se Winkel”. Dit is de bekendste winkel van Stellenbosch. Het is een mix van een winkel en museum en is sinds de opening zo’n 200 jaar geleden maar weinig veranderd. Vroeger ging hier alles via ruilhandel tegenwoordig kun je er gewoon betalen. Er liggen antieke gebruiksvoorwerpen, kruiden, kleding, wijn en vers fruit.
Daarna zijn we doorgereden naar de Stellenbosch Lodge welke net buiten Stellenbosch is gelegen.
Zondagochtend ging om tien voor zes de wake-up call. Het moet niet maller worden. Zouden we koeien gaan melken??
Twee dagen geleden zijn we op het meest zuidwestelijke punt van Zuid-Afrika geweest. Nu gaan we naar het meest zuidelijke punt van Zuid-Afrika, namelijk Cape Agulhas. Daarna gaan we fietsen door het nationaal park “De Hoop Nature Reserve”.
Na een uur rijden met de bus zijn we gestopt in de plaats Houw Hoek om te ontbijten in het restaurant Farm Stall. Na het ontbijt zijn we doorgereden door het heuvelachtige landschap alwaar grote graangebieden zijn gelegen. Ook zijn her en der grote kuddes met schapen en soms rundvee welke hoofdzakelijk op de al geoogste graanvelden lopen. Ook zagen we de eerste windmolenparken in aanleg.
Bij Cape Agulhas komen over een breedte van 400-500 kilometer het warme water van de Indische Oceaan en het koude water van de Atlantische Oceaan bij elkaar. Het water van de Atlantische Oceaan is tussen de 9 en 15 graden Celsius en van de Indische Oceaan is tussen de 22 en 27 graden Celsius. Dit geeft een kolkende waterstroom welke levensgevaarlijk is. Afhankelijk van de wind kan er soms wel worden gezeild, maar meestal is het te gevaarlijk. Door de harde wind zijn hier al vele schepen vergaan. De kustlijn / strand bestaat hoofdzakelijk uit rotsen.
Ook hier hebben ze een gedenkplaat omringd door rotsen. Hier worden dus vele foto’s gemaakt. Op circa 1 km van de gedenkplaat is een vuurtoren gebouwd in 1849. Deze is thans in gebruik als museum en een restaurant.
Bij Cape Agulhas hebben we een tijd gebivakkeerd. Daarna zijn we doorgereden naar het nationaal park “De Hoop Nature Reserve”. Eindelijk werd de lange busreis beloond met een fietstocht door het circa 34.000 ha grote park.
We hadden eerst een lekkere afdaling over asfalt en daarna over grind, stenen(tjes), gebroken beton, kasseien, gravel en wat je maar kunt bedenken. Daarna werd het heuvelachtig. De mountainbikes kwamen daarom goed van pas. Ook al zijn ze niet van de allerbeste kwaliteit.
Naast de vele struiken, grassen, uitgebloeide bloemen hebben we onder meer elanden, bontebokken, andere antilopen, zebra’s, struisvogels en zwarte scholeksters gezien.
We zijn ook nog bij het strand geweest welke achter de hoge duinen met wit zand en rotsformaties is gelegen. Enkelen zijn ook in het water geweest. In de maanden juli t/m oktober kun je hier ook walvissen bekijken. Op de terugreis naar ons nieuwe hotel in Malgas hebben we nog honderden struisvogels gezien. Voor het eerst ook veel koeien buiten bij een boerderij gespot.
Wat een grote oppervlaktes aan landbouwgrond hier in Zuid-Afrika. In Nederland zijn ze hier jaloers op.
Bij aankomst in het hotel konden we direct gaan aanvallen om te eten. Het was namelijk al redelijk laat.
Vanmorgen zijn we weer heel vroeg, om 06.30 uur, vertrokken richting Oudtshoorn. Onderweg hebben we een fotomoment gehad op de berg/heuvel “Tradouwpas”. Daarna zijn we doorgereden om vervolgens een ontbijt te nuttigen.
Aangekomen in Oudtshoorn hebben we diverse boodschappen ingeslagen voor de komende dagen. Vervolgens zijn we doorgereden naar de struisvogelboerderij Cango Ostrich Farm. Hier worden per jaar twee miljoen struisvogeleieren gelegd. Deze worden in een broedstoof uitgebroed. Dit duurt circa 42 dagen. Bij eieren van kippen duurt dit ongeveer 21 dagen. Na 10 dagen worden de eieren met licht geschouwd om te zien of ze bevrucht zijn. Zo niet dan worden ze uitgeblazen. Één struisvogelei komt overeen met 24 kippeneieren. De struisvogelboerderij behaald 50% van de omzet van het leer. 35% van het vlees en de overige 15% van veren.
Vroeger koste 1 kg veren evenveel als 1 kg goud. Door de oorlog en opkomst van de auto zijn de prijzen gekelderd. In de auto kun je namelijk geen hoedje op hebben.
De struisvogels kunnen wel 60 jaar oud worden, circa 1,80 meter hoog en 130-140 kg zwaar. De struisvogels voor het vlees worden op circa 1 jaar geslacht en wegen dan circa 100 kg en zijn dan 1,70 meter hoog. Overdag kunnen struisvogels 3,5 km ver zien. In het donker is dat 50 meter. Overdag broeden de vrouwtjes vanwege hun bruine kleur en ‘s nachts de mannetjes vanwege hun zwarte kleur. Zodat ze niet opvallen in het landschap. Een ei is heel sterk. Liggend kunnen ze 120 kg dragen en staand 300 kg. De struisvogels worden iedere 6 maanden van hun veren geplukt. Het vlees is heel gezond omdat het cholesterol laag is.
Daarna zijn we doorgereden naar de grotten “Cango Caves”. Hier hebben we gedurende een uur een rondleiding gehad door 6 verschillende grottenkamers.
De Cango grotten zijn in 1780 ontdekt door Jacobus van Zijl en zijn gelegen in het Swartberg gebergte en circa 30 km gelegen van Oudtshoorn. Naar hem is daarom ook de eerste kamer genoemd. Één van de kamers werd vroeger gebruikt voor muziekuitvoeringen. De stalactieten en stalagmieten ontbraken ook niet.
Daarna zouden we nog gaan fietsen naar de waterval. Echter de fietsen stonden ter reparatie bij de fietsenmaker in Oudtshoorn. Door de slechte wegen van gisteren in combinatie met de fietsen op een gelijkvloerse aanhangwagen achter de bus moest een en ander worden gerepareerd.
Op ons overnachtingslocatie in Kleinplaas heb ik met een aantal medereizigers aan het einde van de middag nog even in en bij het zwembad gelegen. Echter de zon was vandaag definitief achter de wolken verdwenen nadat hij bijna de hele dag had geschenen.
’s Avonds hebben onze Afrikanen Johan, Kobus en Tyrone een barbecue met salade voor ons klaargemaakt. Dit was heel lekker. Hiervoor worden ze hartelijk bedankt.
Ik had nog één doel die ik dit jaar moest verwezenlijken, vorig jaar op Cuba was dat het beklimmen van de Topes de Collantes op eerste kerstdag, nu moest ik/we de Swarbergpas gaan beklimmen.
Wim en Max zijn om 07.00 uur vertrokken op de fiets naar het beginpunt van de Swartberg. De voet van de Swartberg is net voorbij guesthouse Kobus se Gat gelegen. De anderen, waaronder ik, zijn om 08.45 uur met een klein busje en een 4x4 auto, die ook de fietsen meenam, vertrokken. Ongeveer 5 km voor het begin van onze fietstocht haalden we Wim en Max in. Na het uitladen van de fietsen zijn we rustig aan begonnen. Het eerste deel was wel stijgend maar voor een ieder is dat goed te doen.
De weg op de Swarberg bestaat geheel uit grind/gravel. Vanaf halverwege gaat het stijgingspercentage omhoog richting de 12 %. Het kleinste verzet moest worden aangesproken. Ook moesten we nog gelijktijdig proberen van de omgeving te genieten. Na drie kleine stops van één minuut voor een lagere hartslag en iets te drinken kwam ik na Jan (van Ria) in 1 uur en 10 minuten als tweede boven. Jan heeft er 1 uur en 5 minuten over gedaan. De top wordt “Die Top” genoemd en is op ongeveer 1.575 meter hoogte gelegen.
De voet van de Swartberg is op ongeveer 860 meter hoogte gelegen. De lengte was ongeveer 11 kilometer. Volgens Jan was de Swartberg Pass qua zwaarte te vergelijken met de Alpe d’Hues. Op de Alpe d’Hues heeft Jan een record van 1 uur en 1 minuut en nu dus 1 uur en 5 minuten. Met het verschil dat hier de wegen niet geasfalteerd zijn.
Voorts zijn (al dan niet een stukje lopend) in ieder geval op eigen kracht boven gekomen: Daan, Jaap, Jan (van Fenny), Kees, Willem en Wim (zonder ontbijt en 35 km extra, een topprestatie).
Na diverse fotomomenten op “Die Top” zijn we met z’n allen aan de afdaling begonnen. De weg was in de afdaling hobbeliger dan in de klim. Na enkele kilometers moesten we weer een stukje klimmen.
Tussen de afdaling en de klim is links een weggetje die naar de Gamkaskloof gaat ook wel “Die Hel” wordt genoemd. Rond 1830 zijn de eerste bewoners hier gekomen. Later zijn er nog enkele andere families bijgekomen. Tot het midden van de 20e eeuw hebben ze in afzondering geleefd. De bewoners van omliggende dorpen wisten wel van hun bestaan. In de tweede helft van de 20e eeuw zijn de families (uitgegroeid naar circa 120 personen) vertrokken. In de periode 1991 tot 1998 waren er geen permanente bewoners. In 1998 is één familielid teruggekeerd. Zij heeft de oorspronkelijke eigenschappen van de Gamkaskloof behouden. Je kunt er nu ook overnachten in guesthouses of op campings. Voorts is er een kiosk en een restaurant. Ook wordt er ieder jaar een feest georganiseerd. De bewuste weg naar Die Hel is 37 kilometer lang en smal en soms steil. Met de auto doe je er al gauw twee uur over om er te komen.
Wij zijn verder afgedaald en proberen van de schitterende natuur en rotsformaties te genieten. Het vele gehobbel voelde je goed vanaf de vingertoppen tot de pols en in de ellebogen. Op bepaalde stukken was het afdalingspercentage bijna 20%. Dat van het genieten kwam niet al te veel terecht.
Na de afdaling zijn we nog 5 kilometer doorgefietst naar Prince Albert alwaar we in restaurant “The Lazy Lizard” lasagne, salade, ijs etc... hebben gegeten. Het was al besteld, zodat we na de zware inspanning zo konden aanschuiven. Dit is een echte aanrader.
Na de lunch of eigenlijk een vroeg diner zijn we met de auto’s teruggereden over dezelfde weg naar Die Top. Hier heeft onze begeleider Roeland van vandaag (Belgische moeder) spreekt perfect Nederlands een en ander vertelt over het ontstaan van de Swartberg.
De wegen over de Swartbergpas zijn van dal tot dal ongeveer 30 kilometer lang. De weg is aan het einde van de 19e eeuw aangelegd door gevangenen. Vroeger was de weg smal. Als mensen met paard/os en wagen elkaar tegenkwamen werd één van de wagens gedemonteerd op die manier konden ze elkaar passeren. Daarna werd de wagen weer opgebouwd.
De drie bergketens, het Karasgebergte, de Swartgebergte en Drakensbergen zijn 280 miljoen jaar geleden ontstaan. Vroeger lagen de Falklandeilanden ten oosten van Zuid-Afrika. Bij het uiteengaan van de continenten zijn de Falklandeilanden tegen Zuid-Afrika aangedrukt en zijn er drie bergketens ontstaan. Vergelijk het met het schuiven van een vloerkleed. Dan ontstaan er meerdere golven. Het diepe grondwater is zout. Dit komt doordat het vroeger zee is geweest. Er zijn nu ook plannen om schaliegas te gaan winnen in de Karoo waar het Swartgebergte ook onder valt.
Het waaide op de top nu veel harder dan vanmorgen. Die Top staat ook bekend om de harde wind. Een jas meenemen is niet verkeerd. Vervolgens zijn we doorgereden naar ons hotel in Kleinplaas.
’s Avonds hebben de meesten nog even met de bus boodschappen gehaald in Oudshoorn. Daarna met z’n vijven geluncht op de plek waar we gisteren hebben gebarbecued, want we hadden vanmiddag al gedineerd.
Het schijnt vandaag kerst te zijn, echter bij 30 graden Celsius hebben wij dat gevoel totaal niet. Ook overal waar we tot nog toe zijn geweest zijn maar enkele kerstbomen gesignaleerd. Vanmorgen na het ontbijt zijn we om 07.30 uur vertrokken naar de Baviaanskloof. Dit was eerst 3 uur rijden met de bus. Aan het begin van de Baviaanskloof zijn we uitgestapt en hebben we de fiets gepakt. Totaal hebben we ruim 60 kilometer gefietst over een gravel/grindweg. Dus dit was de hele tijd hobbelen. Ook waren er regelmatig kleine heuvels. Onderweg zagen we nog twee keer een schildpad op ons pad.
Ook weer bontebokken, kraanvogels, struisvogels, paarden/pony’s, schapen en rundvee gezien. De grindweg stoof vandaag niet want we konden zien dat het nog niet zo lang geleden hier in de Baviaanskloof heeft geregend.
Vanmorgen was het bewolkt en zo waar een regendruppel gevoeld, maar het bleef ook bij een paar. Onderweg tijdens het fietsen nog twee of drie lekke banden gehad. Voorts waren er in de omgeving mooie berg- en rotswanden.
Halverwege de fietstocht hebben we bij een watertje nog geluncht. Onze Zuid-Afrikanen hadden broodjes, salades, tomaten, sla etc… ingekocht.
De Baviaanskloof dankt zijn naam aan de vele bavianen in dit gebied. Er loopt één weg door welke bijna 200 kilometer lang is. Met de auto doe je hier 7 – 8 uren over en een 4 x 4 auto is een pre. De Baviaanskloof is 500.000 ha groot waarvan 184.000 ha natuurreservaat.
Aangekomen op onze overnachtingslocatie bleek dat niet alle reisgenoten op het erf van Pieter en Margriet Kruger kunnen slapen. Ik slaap samen met Tyrone en Johan in een huis vijf kilometer verderop in de rimboe, ook nog 500 meter van de weg. Er is daar geen elektriciteit maar wel warm water. Kobus slaapt hier ook in een afzonderlijk huisje.
Na het douchen zijn we weer snel teruggegaan voor het diner bij Pieter en Margriet. Het kerstdiner bestond dit jaar uit lamsvlees met groenten.
Daarna terug naar ons huisje waar ik met Tyrone onder het genot van een wijntje heb nagebabbeld. Tyrone om zijn Afrikaans/Nederlands op te halen en ik mijn Engels. De jeugd in Zuid-Afrika wordt vooral in het Engels opgevoed en de oudere generatie is vooral goed in het Zuid-Afrikaans.
In het huisje kunnen op meerdere plekken kaarsen worden aangestoken. En enkele kaarsen geven al relatief veel licht.
Alle accommodaties bij Pieter en Margriet kunnen wel een opknapbeurt gebruiken. Voorts bestaan de huisjes uit grote gezamenlijke vertrekken, mogelijk kunnen deze worden opgedeeld in kleinere kamers.
De Baviaanskloof was de enige plek op onze vakantie waar we moesten deeten in verband met de muggen.
Vanmorgen gaan de meesten, waaronder ik, naar een uitzichtpunt 25 kilometer verderop. De eerste 14 kilometer hebben we op de fiets afgelegd. Weer fietsen op grind/gravel en de wegen worden er niet beter op.
We moesten vier keer op een lager punt door het water heen fietsen van ongeveer 40 cm diep en over een lengte van een meter of tien. Daarna zijn we overgestapt op drie 4 x 4 auto’s voor de laatste tien kilometer. Soms leek het net een safari. Onderweg hebben we bosbokken, bontebokken, blauwapen, bavianen, koedoes en enkele roofvogels gezien.
Voorts werden de wegen smaller en drassiger. Op het uitzichtpunt had je alle kanten op een mooi uitzicht. Door de gelaagdheid van de rotsen, welke in een golfbeweging zichtbaar zijn. Kun je zien dat dit vroeger is ontstaan door de diverse vulkanen. Voorts op de terugweg weer een schildpad op ons pad gespot. De laatste 14 kilometer weer gefietst.
Bij Pieter en Margriet hebben we onze laatste ingeslagen lunch genuttigd. In de bomen hangen vele geweven nestjes. Deze zijn van de Maskerwever. Dit is een geel zangvogeltje. In het Zuid-Afrikaans wordt het een Swartkeelgeelvink genoemd.
Bij terugkomst bij ons huisje was mijn T-shirt verdwenen die ik vanmorgen na de was op de tafel buiten had gelegd. Van Tyrone was een handdoek van één bij twee meter verdwenen. Later vonden we de handdoek circa 60 meter verderop in het grasland terug. Het T-shirt bleef pleitos. Dit is waarschijnlijk het werk van bavianen die ook in de omgeving van het huisje bivakkeren. Is er in ieder geval één baviaan voorbereid op de koude nachten.
Aan het einde van de middag zijn we met Pieter en zijn zoon door hun 6.000 ha grond in eigendom gereden. Pieter is al 36 jaar eigenaar. Ze zijn met studenten van de Universiteit Wageningen bezig om het gebied weer toekomstbestendig te maken. Dit doen ze onder andere door de aanplant van 3 miljoen stekken van de spekboom. De spekboom is een groenblijvende vetplant die een hoogte van 2,5 meter kan bereiken. De spekboom plant zich net als een aardbeiplant steeds opnieuw voort waarbij er steeds nieuwe stekken bijkomen. Door het planten van de spekboom wordt erosie tegengegaan en blijft de grond vochtiger. Ook heeft de spekboom weinig water nodig. Een en ander wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse overheid.
Het aanplanten van één hectare spekboom kost 7.500 rand (500-550 euro). Ze zijn hier nu vijf jaar mee bezig. Vanuit de vallei kun je op de bergen mooi de scheiding zien tussen Pieter zijn gebied en dat van de buren. Die van Pieter is veel meer beplant.
Voorts worden er in de diverse watertjes in het dal een soort dam opgeworpen om het water langer in het gebied te houden.
Voorts heeft Pieter nog ruim 300 koeien. Deze lopen boven op de bergen. Deze hebben we niet gezien. Het drinkwater wordt vanuit de vallei twee keer per week met behulp van een generator met 30 bar druk omhoog gepompt. In de vallei is ook nog een landingsbaan voor kleine vliegtuigen. De baan bestaat uit puin en gras.
Ook zijn we nog in een kloof geweest. Onderweg zijn we twee keer gestopt en heeft Pieter een en ander onder het genot van een biertje / wijntje verteld. Ook hebben we nog vele antilopen en bavianen gespot.
Nadien voor het diner nog enkele springbokkies gedronken. Een springbokkie is een mix van Amarula Cream likeur en pepermunt likeur. Ze gingen er wel in.
Gisteren waren er al een aantal medereizigers niet fit. Na telling waren er nu 6 vrouwen en 1 of 2 mannen geen 100 punten. Vanmorgen ging de wekker al om 05.00 uur, het kan dus toch maller (zie dag 6, zondag 22 december). Vandaag verlaten we de Baviaanskloof en gaan we verder met onze tour, op naar Plettenberg Bay. Weer een busreis van vele uren. Eerst dezelfde route terug. Doorreizen met de bus is niet mogelijk. Dit hebben we gisteren met eigen ogen kunnen zien. Volgens mij hebben we 100 km over gravel/grind gereden.
Onderweg nog diverse keren gestopt voor een drinkstop, fotomoment op een berg, ophalen van een lunch en bezichtigen van oude auto’s. Vervolgens kwamen we in Plettenberg Bay aan en zijn doorgereden naar ons Bayview hotel.
De tweede helft van de middag ben ik nog even op het strand en in de zee geweest. ’s Avonds zou ik met Daan, Jaap, Marion en Wim in de stad eten. Echter er was nergens meer plek voor ons in de herberg. Dus maar terug naar ons hotel alwaar we hebben gegeten. Dit was ook lekker.
Nieuws van het ziektefront. Meer dan de helft van de medereizigers heeft zich wel eens beter gevoeld.
Voorts nog een weetje: op het noordelijk halfrond komt de zon in het oosten op, draait via het zuiden naar het westen. Op het zuidelijk halfrond komt de zon ook in het oosten op maar draait via het noorden naar het westen.
Vanmorgen ben ik, hebben we met z’n elfen een township in Plettenberg Bay bezocht. Hier wonen 7.000 mensen. Door het geven van rondleidingen door Ocean Blue zijn er enkele scholen en een soepkeuken gerealiseerd. Er zijn onderkomens met en zonder elektriciteit. Voorts staat er een hele grote lichtmast welke van 18 uur tot 6 uur brand. Ook is er een kleine supermarkt en een kapper op de township aanwezig.
Er zijn zeven waterpunten. Dit water komt vanuit de stad en is van goede kwaliteit. Ook zijn er al enkele nieuwe houten onderkomens gerealiseerd. Voor deze nieuwe huizen komen eerst de oude mensen in aanmerking en ook gehandicapten, of t wel de mensen met de meeste urgentie.
Normaal wordt bij de township tour ook nog een school bezocht, maar vandaag is het zaterdag en zijn de kinderen vrij.
Vlak bij het township is een plaats ingericht waar de mensen kunnen gaan staan om zich aan te bieden voor werk. Werkgevers die personeel kunnen gebruiken kunnen deze mensen hier ophalen.
De gemeente wil van de township af maar deze wordt door de Belgische overheid nog in stand gehouden.
Daarna hebben we met de gehele groep op een boot circa 20 dolfijnen en duizenden zeeleeuwen in de zee en op de rotsen gespot.
Voorts waren er ook aalscholvers tussen de zeeleeuwen. Ook waren er toeristen aan het snorkelen. De dolfijnen zwommen heel dicht langs de kust. We hebben ze een hele tijd kunnen volgen. De zeeleeuwen zaten soms ook hoog op de rotsen.
Op het einde van de tocht vlogen we met de boot als een speer het strand op en stonden we in één keer stil. Je had zomaar met je hoofd of je gebit op de stang voor je kunnen vallen.
Daarna met Daan, Willem en Wim nog 10 kilometer doelloos rondgefietst. We kwamen steeds bij de snelwegen uit. Toen zijn we maar afgezakt naar het strand voor de lunch en daarna hadden we een lekkere pittige klim terug naar het hotel.
Om 15.00 uur zijn we met de complete groep, de meesten zijn weer aardig fit, naar het natuurpark Robberg Nature Reserve gegaan. Het Robberg Nature Reserve ligt 8 kilometer ten zuiden van Plettenberg Bay en het is een schiereiland. Er zijn diverse wandelroutes, vooral langs de kustlijn, uitgezet. Hier hebben we een kleine drie uur rondgewandeld. Het was veel klimmen en dalen maar voor een ieder goed te doen.
Nu zagen we onder meer de aalscholvers en zeeleeuwen van vanochtend van boven. Ook lijkt het gebied, door het vele zand, soms op de Sahara. Verder is er een mooie vegetatie.
Vanmorgen heeft Pieter, de eigenaar van de zandvlakte in de Baviaanskloof, met Kobus gebeld om te vragen hoe het met de zieken gaat. Voorts deelde Pieter mede dat in de Baviaanskloof een maagvirus voortbeweegt. Een aantal personeelsleden van Pieter is ook door ziekte getroffen. Echter het maagvirus was niet tot de rimboe doorgedrongen, want de drie Zuid-Afrikanen en ik hebben nergens last van gekregen.
We gaan vandaag naar Tsitsikamma. We hadden onze eerste stop bij de brug “Bloukrans River Bridge”. Dit is de hoogste en grootste boogbrug ter wereld. Hij hangt namelijk 216 meter boven de Bloukransrivier en is 451 meter lang. Hij is gebouwd tussen 1980 en 1983 en verbind de Oost-Kaap met de West-Kaap.
Vanaf de Bloukrans River Bridge kan worden gebungeejumpt. Voor 790 Rand (minder dan 60 euro) kun je hier springen. Op zich is dit in vergelijking met Europa goedkoop. Er was wel een wachttijd van enkele uren. Niemand van onze groep voelde zich geroepen om een sprong te wagen.
Na de stop hebben we de afslag genomen naar Tsitsikamma National Park. Aldaar zijn de fietsen afgeladen. Na vier a vijf kilometer fietsen moesten we bij de ingang van het park onze naam plus het land waar we vandaan komen en een handtekening op een papier plaatsen. Dit geldt voor iedere bezoeker. Ook de gegevens van de motorvoertuigen moesten worden vermeld.
Daarna zijn we nog vier tot vijf kilometer doorgefietst tot aan het restaurant. Deze negen kilometer was eerst vlak en in het park was het flink afdalen. Na wat gedronken te hebben zijn we met een wandeling begonnen. Dit was weer veel trappen lopen totdat we aankwamen bij een tuienbrug. Totaal liggen er drie tuienbruggen bij elkaar. Dit was aardig wiebelen geblazen.
Daarna ben ik met nog een aantal medereizigers nog een stuk doorgelopen. Dit tweede deel is een stuk zwaarder en heeft geen aangelegde trappen, maar deze zijn nu van stenen en rotsen. We zijn niet helemaal naar het uitzichtpunt gewandeld. Daarna weer enkele kilometers terug gewandeld.
Daan, Jan, Jan, Kees, Wim en ik zijn daarna op de fiets gestapt om naar het begin van het park te fietsen. Een mooie flinke stijging op zwart asfalt en door de bomen en struiken (bijna) geen wind. Dit was even flink zweten. Daarna nog de laatste kilometers tot aan de snelweg. Alwaar we met de bus verder zijn gegaan.
Daarna op naar onze lodge in Tsitsikamma voor de komende twee overnachtingen.
Vanmorgen met Daan, Fennie, Hadewich, Jan, Lizzy en Ria S in de omgeving diverse routes gefietst die op een plattegrond staan. Één route was echt een mountainbikeroute met vele boomwortels op ons pad. Voorts was het pad heel smal. Ook moesten we soms onder scheve / omgewaaide bomen door. Bij een riviertje hebben een aantal nog gezwommen. Kees kwamen we hier ook tegen. Fennie, Jan en Ria S zijn later nog doorgefietst. De rest zou terugfietsen, maar Kees zijn fiets bleek een lekke band te hebben. Om en om hebben we een stuk gelopen.
Daarna nog in het restaurant “Marilyn’s 60’s Diner” gelegen naast het hotel met Daan geluncht. Dit restaurant is helemaal ingericht met klassieke auto’s, motoren, Elvis en Marilyn Monroe attributen.
’s Middags nog bij en in het zwembad gelegen.
Bijna niemand heeft het gevoel dat we in Zuid-Afrika zijn. Bijna overal waar we komen zijn de gebieden goed ontwikkeld. Ook zijn er overwegend blanke mensen. Op terrassen, restaurants etc... kom je maar weinig donkere mensen tegen, hooguit in de bediening. In Nederland is het nog een discutabel onderwerp maar in Zuid-Afrika zijn de doggy bags helemaal ingeburgerd in de restaurants.
Oudjaarsdag. Dit is mijn eerste keer dat ik oud en nieuw in het buitenland ga vieren. Vandaag verlaten we Tsitsikamma en gaan we naar het Addo Elephant National Park. Kobus heeft onderweg nog uitgelegd over BEE (Black Economic Empowerment). BEE is een programma ingesteld door de Zuid-Afrikaanse regering om de ongelijkheden van de apartheid te herstellen. De groepen die voorheen werden achtergesteld hebben nu onder meer voorrang bij het zoeken naar werk, ontwikkeling van vaardigheden en eigendom. Concreet betekend dit dat donkere mensen, vrouwen (ook blanke vrouwen) en gehandicapten bij het zoeken van een baan voorrang hebben op blanke mannen. Onderweg zijn we nog gestopt bij het Wild Cats World een Daniell Cheetah Project in Kirkwood. Het doel van het project is om een rol te spelen in het behoud van de Cheetah.
Hier hebben we cheeta’s, servals (katachtige), leeuwen en luipaarden gezien.
Het was hier 42 graden Celsius. Maar door de straffe wind voelde het maar aan als een graad of 30.
We zouden het laatste stuk naar ons hotel gaan fietsen, maar vanwege de hitte hebben we dat niet gedaan. We zitten de komende 2 dagen in een ander hotel dan oorspronkelijk de bedoeling was. Bij ons nieuwe hotel is geen zwembad en ook geen fatsoenlijk terras waar je lekker kunt zitten.
Aan het eind van de middag zijn we met z’n dertienen toch nog in de omgeving gaan fietsen. We kwamen al snel langs een aantal geldautomaten waar tientallen donkergekleurde Afrikanen voor in de rij stonden. Voorts zijn er enkele winkels en een tankstation. Dat is hier het hele centrum. Rechts ervan ligt op enkele honderden meters afstand een township.
Wij zijn doorgefietst naar Casa Mia. Een health en spa centrum. Daar wilden we wat gaan drinken, maar het was al dicht. Toen zijn we door de citroenlanderijen gefietst. Opeens kwam iemand erachter dat er allemaal kraaienpoten in de fietsbanden zaten. Het waren er ontelbare. Ook bleken er ineens vele fietsbanden lek te zijn.
Zes personen hebben Kobus gebeld en zijn met de bezemwagen / bus opgehaald. De andere zeven konden het hotel fietsend nog halen. Daarna zijn we nog enkele uren bezig geweest om de banden te plakken en de naalden van de kraaienpoten uit de banden te verwijderen. Hadden we het op oudejaarsavond toch nog druk.
Na het diner hebben we onder het geluid van de top 2000 van radio 2 en een natje het jaar uitgezeten. En toen werd het 23.59.59 uur.
De hoteleigenaar heeft een beetje vuurwerk afgestoken en iedereen heeft elkaar nieuwjaar gewenst. En het feest ging nog door. Toen het bij ons 1 uur werd, was het in Nederland 00.00 uur en dus op de radio ook 1 januari en hoorden we het vuurwerk live vanuit Amsterdam. Konden we opnieuw iedereen gelukwensen. Wel vreemd twee keer nieuwjaar.
’s Ochtends zouden we gaan fietsen, maar het zou wederom rond de 40 graden Celsius worden. Dus zijn we op de fiets gestapt op weg naar het zwembad vijf kilometer verderop. Hier was een afgesloten plas, maar deze was in gebruik bij de eenden. Daarin was zwemmen verboden en ook niet aan te raden.
Er was nog wel een pierenbadje, maar om daar met 20 personen urenlang in te gaan bivakkeren. Voorts was het omliggende gras bezaaid met eendenmest. Dus maar weer op de fiets terug naar het hotel om vervolgens met de bus naar het Addo Elephant National Park te gaan. Daar is een zwembad maar bijna geen schaduw. We lagen als makke lammetjes onder één boom.
Omstreeks 13.00 uur hebben de meesten een Nieuwjaarsduik genomen, ook ik. Dit was mijn eerste Nieuwjaarsduik in mijn leven. Het is hier toch comfortabeler dan in Scheveningen.
Daarna zouden we om 16.00 uur de gamedrive hebben. Dit werd uitgesteld tot 17.00 uur vanwege de hitte, vervolgens kwam de Afrikaanse tijd er nog overheen zodat het 17.45 uur werd. Ook de dieren passen zich aan aan de temperaturen en worden pas later actief.
Addo Elephant National Park is een 120.000 ha groot park welke in 1931 is gesticht om de op dat moment nog 11 aanwezige olifanten te beschermen. Tegenwoordig zijn er meer dan 450 olifanten in het park. Ook zijn er neushoorns in het park.
Wij hebben onder meer de volgende dieren gespot: olifanten, zebra’s, koedoes, antilopen, buffels, reigers, black headed (zwartkop reiger), varkenszwijnen en jakhalzen. Onderweg zijn we nog uitgestapt voor een natje en een droogje.
’s Avonds bij het diner hebben Max en Dick, de nestors van de groep, Johan, Kobus en Tyrone bedankt voor hun werk en Ria heeft ze namens de groep ieder een envelop met inhoud overhandigd.
Kobus heeft nog gezegd dat de problemen met de fietsen hoofdzakelijk kwam door de wijze van vervoer en dat klopt helemaal.
Vanmorgen ging om even na zes uur de wekker voor de tweede en laatste game drive. Voorts is dit onze laatste dag in Zuid-Afrika.
In plaats van met een Jeep gaan we vandaag met onze eigen bus op safari door het Addo Elephant National Park.
Omstreeks half acht werden we toegelaten tot het park. Naast dezelfde dieren van gisteren zagen we vandaag ook meerkatten, jakhalsvogel,schildpadden, nijlgansen, rode hartebeesten.
We hebben nu een groter deel van het park bekeken. Echter verderop in het park waren veel minder dieren.
Na de gamedrive hebben we in het Addo Elephant National Park ontbeten. Vervolgens zijn we teruggegaan naar het hotel om de koffers te pakken. Daarna zijn we met de bus naar Port Elizabeth gegaan. In Port Elizabeth hebben we een kleine bustour gemaakt door het centrum.
Kobus heeft de kleuren en de vorm van de Afrikaanse vlag toegelicht.
De Y-vorm symboliseert één verenigde natie. Het rood symboliseert het bloed. Het blauw wijst op de blauwe lucht, terwijl het groen het land Zuid-Afrika symboliseert. Het zwart vertegenwoordigt de zwarte Zuid-Afrikanen, en het wit vertegenwoordigt de blanke Zuid-Afrikanen. Geel staat voor de natuurlijke rijkdommen van het land waaronder het goud. Daarna hadden we nog twee en een half uur vrije tijd in Port Elizabeth die we onder meer hebben gebruikt voor een lunch en een wandeling langs de kust en door winkelstraten / speelhallen etc….
Vervolgens op naar het vliegveld voor een anderhalf uur durende binnenlandse vlucht naar Johannesburg. Aldaar moesten we nog drie en een half uur wachten. Klokslag 24.00 uur zaten we in het vliegtuig zodat we meteen Jaap konden feliciteren met zijn verjaardag. Vanwege het tijdsverschil is Jaap vandaag 25 uur jarig.
Na een vlucht van 11 uren landen we om 10.15 uur Nederlandse tijd op Schiphol. Na het afscheid nemen van een ieder en het ophalen van de bagage stond de trein al op mij te wachten. Een halve minuut later vertrok de trein naar het heitelân en kwam er een einde aan weer een leuke vakantie.